"Ik zit met een glimlach van hier tot in België op mijn brommertje, hopend dat deze rit nooit eindigt." Dat het prachtige Laos dan een zeer aangename verrassing was voor begeleidster Emma!

Mijn wereldreis heeft me al naar prachtige oorden gebracht. Na Noord-, Centraal en Zuid-Amerika vloog ik de Stille Oceaan over tot Japan, om daarna Zuid-Korea en Zuidoost-Azië te verkennen. Ondertussen ben ik aangekomen in Laos. Oorspronkelijk had ik weinig verwachtingen van het land. Ik zag het eerder als: ‘ik neem het er nog bij nu ik hier toch ben’, maar Laos heeft me op zoveel positieve manieren verbaasd, dat ik besloot om er een heel artikel aan toe te wijden. Hier is-ie dan!

Tekst & foto’s: Emma Devriendt

Na een interessante tweeweekse tour in Cambodja neem ik een bus van Siem Reap naar Don Det - een eiland in de Mekongdelta helemaal ten zuiden van Laos. Op de route word ik een paar keer (bijna) opgelicht, maar uiteindelijk kom ik heelhuids aan in een bescheiden kamertje dat ik deel met mijn Nederlandse reiskompaan Kim. We boeken meteen vier nachten omdat we beiden nood hebben aan een rustpauze.

Dag één doen we dan vooral dat - rusten. De vredige aura van de kabbelende rivierdelta verspreidt zich over het volledige eiland, en dus ook over onszelf. We huren een fietsje en besluiten om het eiland te verkennen. In een uurtje zijn we het volledige eiland rondgefietst, en hebben we zin om de aanlokkelijke rivier eindelijk in te duiken. Enkele kinderen hebben hetzelfde idee — hun geplens en geploeter vult de avondlucht met kinderplezier.
Op dag twee nemen we onze fiets mee op avontuur naar een naburig eiland, Don Khon. We bezoeken de Li Phi waterfalls - een indrukwekkend intense waterval, waar woeste stroomversnellingen de slechte geesten vangen (althans volgens de plaatselijke bevolking). Vlakbij dippen we onze tenen en uiteindelijk onze volledige lichamen in een rustigere tak van de rivierstroom — tot een familie waterbuffels ons komt vergezellen en papa waterbuffel beslist dat dit de uitgelezen plek is om zijn behoefte te doen. Het maakte de ervaring ineens veel minder idyllisch.
Na de lunch vergezelt de Duitse Sena en een Laotiaanse hond ons naar een andere waterval. De ongeplaveide weg ernaartoe brengt ons af en toe in benarde situaties, maar weten wij veel dat de meest benarde nog moet komen. Je kan de waterval namelijk enkel bereiken via een weinig onderhouden brug waarboven een waarschuwingsbord staat dat je die "ENKEL OP EIGEN RISICO" mag betreden. Daarenboven loopt onder de brug een wilde waterstroom waar je absoluut niet in wil belanden. Slik. Onze viervoetige vriend is ondertussen met de staart tussen de achterpoten verdwenen. Met een klein hartje loop ik over de krakende planken, en voor ik het weet, staan mijn knikkende knieën aan de overkant. Fieuw.
Na ons bezoek aan de waterval keren we gezamenlijk terug (opnieuw de brug over). Op de terugweg komen we weer wat waterbuffels tegen en na het avondeten duiken we ons bed in. Na opnieuw een dag rust is het tijd om onze tour naar het noorden verder te zetten.

Hola, soy Dora

Nadat we helemaal zen zijn dankzij onze vierdaagse in Don Det, springen we op de bus naar Pakse. Daar kunnen we een kleine loop doen met de motorbike voor twee dagen, ter voorbereiding op de langere loop in Thakhek. We rijden doorheen de prachtige Laotiaanse natuur en bezoeken opnieuw enkele adembenemende watervallen. ‘s Avonds overnachten we in een bungalow aan de oever van een meer en ervaar ik een van de mooiste zonsondergangen die ik ooit heb gezien.
Op de tweede dag bezoeken we de Tad Fane waterval — bij uitstek de meest indrukwekkende van ze allemaal. Twee enorm hoge watervallen ontspringen vanuit een diepe groene vallei. Dit natuurtafereel heeft zo’n impact op mij dat ik me tegelijk Dora the Explorer, Indiana Jones en Lara Croft voel. Heftig.

Een meesterwerk na elke bocht

De Thakhek loop is een van de hoogtepunten in Laos. Het is een vierdaagse rondrit met de motorbike.

De eerste dag vangen we onze tocht aan richting Tha Lang. Allereerst banen we ons een weg uit het drukke Thakhek, waarbij we heel wat vrachtwagens tegenkomen. Na een tiental kilometers begint de omgeving te veranderen — weelderig groene karstbergen steken af tegen een lichtblauwe hemel en worden weerspiegeld in het water van de ondergelopen rijstvelden. Duizenden vlinders vergezellen ons op onze reis (dit klinkt heel poëtisch maar het was vooral belangrijk om met de mond dicht te rijden). We rijden dorp na dorp in en weer uit, tot aan onze eerste stop: Xieng Liap cave, een grote grot die we helemaal alleen bezoeken, en die we mits wat klim- en klauterwerk tot binnenin kunnen ontdekken. We vervolgen onze tocht. Elke bocht onthult een nieuw natuurlijk meesterwerk. Ik moet de nood onderdrukken om elke vijf minuten mijn brommertje een halt toe te roepen om dit proberen vast te leggen — een nutteloze ambitie want elke foto is nog geen tiende zo indrukwekkend als wat mijn netvlies bereikt.

"Ik merk dat ik met een glimlach van hier tot in België op mijn brommertje zit, hopend dat deze rit nooit eindigt."

In de late middag begint het te druppelen (niet onverwacht, aangezien het regenseizoen in Laos officieel is begonnen) en besluiten we om enkele stops over te slaan en meteen naar onze slaapplaats in Tha Lang te rijden. Wanneer we onze bungalow hebben bemachtigd, duiken we snel ons bed in, zodat we fris en monter zijn voor een nieuwe dag vol avontuur.

Op dag twee vertrekken we redelijk vroeg. Het eerste stuk van de rit rijden we door de Vallei der Dode Bomen. Die naam heb ik er zelf aan gegeven omdat het episch klinkt, maar ook omdat er overal dode bomen te zien zijn die zorgen voor een grimmige sfeer. Tijdens de eerste stop neem ik even afscheid van Kim en ga ik alleen op bezoek in de Dragon Cave. Ook dit klinkt epischer dan het werkelijk is, want een draak heb ik er helemaal niet gezien. Wel is het een grot zo groot als enkele kathedralen, die je ook helemaal tot binnenin kan bezoeken. De binnentrappen leiden tot aan het plafond en ik verlaat de grot langs de bovenkant. Van buitenaf moet ik dan weer naar beneden glibberen en glijden langs de bemodderde paadjes ... of zijn het ondertussen glijbanen?

Na dit avontuur hervat ik mijn tocht. Het is nog even rijden tot aan de slaapplaats, dus ik zet er wat vaart achter. De laatste paar kilometer tot aan het hotel zijn iets uitdagender, en bij het oversteken van een grote modderpoel blijf ik haken aan enkele prikkelplanten. Mijn linkerarm en -been krijgen wat snedes en schrammen, maar ik zet moedig door. Op het einde van deze rit word ik herenigd met mijn reismaatje en na een heerlijk diner kruipen we voldaan onder de wol.

Op dag drie strooit de regen serieus roet in het eten. Het blijft gieten tot elf uur, waardoor ons ambitieus drukke plan in het water valt. We beslissen om een extra nacht te blijven en er een vijfdaagse van te maken, zodat we meer speelruimte hebben voor de geplande activiteiten.
Nadat de regen is gestopt, zetten we vaart naar de Konglor Cave, een van de hoogtepunten van de loop. Met meer dan 7 kilometer is dit de grootste bevaarbare grot ter wereld. Opnieuw modderen we (letterlijk) aan tot de boot. De bootman geeft ons een hoofdlamp en we vangen onze tocht aan. Na enkele bochten bevinden we ons in de pikdonkere krochten van de grot. Onze hoofdlampen reiken amper tot het plafond van de grotzalen. Het is alsof ik door Charon langs de Styx de onderwereld betreed. Onderweg meren we even aan voor een wandeling langs enkele indrukwekkende stalagmieten en -tieten. Een paar zalen verder is de Batcave waar we blind kunnen genieten van het gepiep van de vele vliegende zoogdiertjes — precies een scène uit een griezelfilm.
Aan de andere kant van de grot is een klein dorpje waar we even halt houden vooraleer we dezelfde tocht terug maken, weliswaar in omgekeerde richting. Na deze onvergetelijke ervaring eten we een heerlijk Pad Thaitje en keren we terug naar de slaapplaats.

"De weelderig groene karstbergen steken af tegen een lichtblauwe hemel en worden weerspiegeld in het water van de ondergelopen rijstvelden."

Dag vier vangt opnieuw aan met een heerlijke plensbui. We blijven dus wat langer in ons bed tot deze is overgewaaid. Daarna zetten we koers naar Limestone Forest. Daar doen we een zipline tour doorheen het prachtige woud, te beginnen met de langste lijn van welgeteld 480 meter. Dan volgen twee kleinere ziplines en klauteren we ons een baan tot aan een hangbrug en daarna een spinnenweb. Vervolgens is er even een rustpauze op het uitkijkpunt gevolgd door opnieuw een zipline, een korte hike en dan de laatste lijn terug naar start. Na deze uitdagende activiteit is het tijd om terug te keren naar Thakhek, met nog een overnachting te gaan in Lak Xao.

Staren & aangestaard worden

Op de laatste dag staat geen activiteit gepland behalve het terugrijden en genieten. Op de loop heb ik heel wat indrukwekkends gezien en gedaan, maar het absolute hoogtepunt was ongetwijfeld het motorrijden zelf. Je scheurt met je bike doorheen de zigzaggende bergwegen, omhoog en omlaag, over bruggen en langs haarspeldbochten. Je leert rekening houden met koeien, waterbuffels, geiten, honden en kippen die langs en over de baan heenlopen — na een tijdje kun je zelfs voorspellen hoe elke diersoort reageert op het geluid van je motor (en dat de term domme geit niet voor niets bestaat). Je ziet niet enkel de adembenemende natuur, maar ook het dagelijkse Laotiaanse leven: een boer die zijn ploeg door de modder trekt, een groepje kinderen die om ter verst een steen gooit, een mama met kind op weg naar huis. Ik staar en word aangestaard, telkens met een welgemeende nieuwsgierige glimlach. Kinderen en jongeren zwaaien enthousiast naar ons en roepen "SABADIEEEEEE!" (hallo) of soms "HELLOOOOO!". Ik merk dat ik met een glimlach van hier tot in België op mijn brommertje zit, hopend dat deze rit nooit eindigt. Maar helaas.

Ondertussen ben ik aan het einde van de Thakhek Loop en daarbij nog maar halfweg mijn route doorheen Laos. Op de planning staat nog Vientiane (hoofdstad), Vang Vien (met eventueel een luchtballonvaart), en Luang Prabang. Daarna neem ik een tweedaagse slow boat tot in Thailand — wat voor mij de laatste bestemming zal zijn op deze ongelooflijke wereldreis. Aftellen maar …

Dit artikel verscheen in De Karavaan juli 2023.

Emma schreef al eerder over haar wereldreis! Lees ook haar eerste, tweede & derde artikel op onze website.