Tekst & foto’s: Emma Devriendt
"Ik zit in de tv-ruimte van een hostel in Philadelphia. De tv staat op — een tennismatch tussen Halep en Snigur. Een oudere man in de zetel naast me klikt z’n tong telkens zijn favoriet (Halep, denk ik) een punt verliest. Hij volgt tegelijk een andere match op z’n gsm (Jeanjean vs. Gauff). In de ruimte rondom me, met muren geverfd in de onbegrijpelijke combinatie van feloranje en felgroen, zitten verschillende mensen in hun eigen wereld met hun gsm, computer of boek. Ik heb een deadline te halen. Ik moet een artikel schrijven over "mijn wereldreis", en ik ben het — naar goede gewoonte — weer tot het laatste moment aan het uitstellen (sorry, Karavaan). Gelukkig krijg ik dankzij het tijdsverschil nog wat respijt (ik ga ervan uit dat de deadline telt voor plaatselijke tijd van de schrijver). Ik krab mezelf op een van de ontelbare muggenbeten die ik al verzameld heb dusver, en glimlach omdat ik er toch al een inleiding heb uitgeperst.
Ik moet het in dit artikel dus hebben over mijn wereldreis. Toen ik de deadline kreeg, dacht ik: makkie, na een maand reizen ga ik een stortvloed aan inspiratie hebben en bomvol geweldige ideeën zitten. Ik heb ondertussen al (bijna) de volledige Oostkust van de VS afgereisd. Maar het gaat moeilijker dan verwacht. Ik twijfel waarover ik precies wil schrijven. Over de plekken die ik al bezocht heb? Over het eten dat ik heb gegeten? Over de mensen die ik heb ontmoet? Dat voelt wat oppervlakkig. Ik zou graag wat dieper gaan (that’s what he said). Hier komt-ie.
(De Oekraïnse Snigur heeft de match ondertussen gewonnen.)
Ik heb ooit getraind voor de 20 kilometer van Brussel, en volgens mij kun je een wereldreis ermee vergelijken. De eerste paar kilometer gaat het goed, je bent nog maar pas begonnen, je zit nog vol energie en motivatie. Vanaf kilometer 5 wordt het lastiger. Je hebt al heel wat kilometers geslikt, maar het idee van de lange weg voor je, maakt van je benen spaghettislierten. Vanaf kilometer 10 heb je hernieuwde moed: je hebt al meer afgelegd dan dat er nog te gaan is. Enkele kilometers later heb je het weer moeilijk: je verliest energie met elke stap. Dan komt het moeilijkste stuk — wanneer het Brussels baantje wat bergop gaat. Na 17 kilometer in de benen voelt het als de Mount Everest beklimmen. En daarna de laatste paar kilometers, puur terend op wil en discipline, en het idee in je achterhoofd: fuuuuuuck ik ga het echt doen, ik ga het halen!
Momenteel zit ik in de eerste kilometers — letterlijk en metaforisch. Ik zit vol energie en motivatie om te ontdekken. Ik ben nog zoekende naar de balans, naar deze nieuwe vorm van “leven”. Ik heb al prachtige momenten meegemaakt. Een Cubaans feestje in Miami. Praten met een Native American wereldreizigster in Jacksonville. Uitgenodigd worden voor een verjaardagsfeestje in een waterpark in Savannah. Een Mexicaanse man die even de bachata wil dansen en je daarna een old fashioned aanbiedt. Een Canadese chef-kok passioneel horen praten over haar werk in de ambassade in Washington. Gesprekken aanknopen met willekeurige vreemden, en telkens iets bijleren over de cultuur en de mensheid.
Deze inspirerende momenten duwen me voort. Ze zorgen ervoor dat de lastige momenten overklast worden. Als je bus wordt geannuleerd, als je je bed in een hostel moet opmaken in het midden van de nacht, als je denkt aan thuis. Die momenten zinderen niet lang na als je de dag erna weer een nieuw avontuur tegemoet gaat. Ik heb nog een hele reis over 3 continenten voor de boeg. Ik zal nog talrijke momenten van geluk beleven. En ik zal soms eens tegen mijn grenzen aanlopen.
Nu ik eindelijk klaar ben met schrijven, ga ik lekker de Rocky Balboa-trappen beklimmen en poseren voor een foto met beide armen triomfantelijk in de lucht."
Dit artikel verscheen in De Karavaan oktober 2022.