Destination Bhutan als ultieme reist(r)ip

Wanneer mensen mij vragen ‘Hoe was het in Bhutan?’, begin ik met ‘Goed!’. Daarna durf ik al eens te zeggen ‘Heerlijk om eens te mogen volgen, in plaats van altijd als reisbegeleider Joker-groepsreizen op sleeptouw te nemen’. Maar als ik daarna merk dat er nog meer wil om te luisteren is, dan is het hek van de dam. En aangezien ik jullie stilte op dit moment graag zo opvat, here I go!

Tekst: Siel Lammertyn / Foto’s: Siel Lammertyn, Tim Van Den Brande

De WOW-factor van Bhutan begint al in het vliegtuig. Als je vliegt vanuit Delhi of Kathmandu, dan word je een hele vlucht lang getrakteerd op de mooiste zichten. De piloot ontpopt zich tot reisbegeleider: ‘Ladies and gentlemen, on your left you can see the Mount Everest, the highest mountain in the world … And now you see the 3rd highest mountain … And now you see the 5th tallest mountain…’. Naar beneden turend richting de bergen van Nepal zie ik de vele huizen in de valleien. Maar dat stopt vanaf dat je het Bhutanees luchtruim binnenvliegt. Hier is niks anders dan bergen en bomen. Tot je opeens wel erg dicht bij de grond begint te vliegen, zo dicht dat je bijna de individuele rijstkorrels op de rijstvelden kan zien groeien. Tussen de bergen slalomt het vliegtuig tot, letterlijk achter het (berg)hoekje, de kortste landingsbaan ooit komt piepen. Wat een landing! Alle passagiers zijn al overweldigd door Bhutan, nog voor we goed en wel aangekomen zijn.

De Bhutanese identiteit boven alles

Ondanks dat Bhutan actief toeristen probeert te lokken, blijft het een dure bestemming. Ik was er dan ook slechts 8 nachten. Voor een land met de grootte van België zou dat moeten lukken. Maar strijk al die Bhutanese bergen plat en je hebt een land ter grootte van India. Schaamteloos beperk ik me dus tot de toeristische route, waar ik warempel één van de jongere reizigers blijk. Hierdoor zijn de wandelroutes, van kortere tot meerdaagse, niet druk. Alleen de monniken of nonnen wandelen me steevast met vaste tred voorbij. Want ja, aan het einde van elke wandelroute ligt wel één of andere tempel die je enkel te voet kan bereiken. De gebedsmolens, gezangen, gebeden en uitzichten zorgen voor een serene sfeer. Maar wist je ook dat alle gebouwen (particulier én openbaar) moeten opgetrokken worden in de typische Bhutanese architectuur? Prachtig!

En dat brengt me naadloos bij nog zo’n Bhutanese eigenaardigheid: hun focus op het behoud van de Bhutanese identiteit. Buitenlanders zijn er enkel welkom om tijdelijk te werken of toerist te spelen. Migreren naar Bhutan, dat gaat niet. Aan het werk? Dan moet je traditionele Bhutanese kledij dragen. Overal, van de straat tot de mensen hun living, zie je portretten van de koning – die van nu, van het verleden én de toekomst. De troonopvolger is namelijk de peuterzoon van de koning, wiens portret ook overal te vinden is. De Bhutanen hebben een enorm vertrouwen in hun koning. Zo groot dat de eerste verkiezing voor een parlement slechts in 2008 plaatsnam en dat de modale Bhutanees nog steeds het nut er niet van inziet, want waarom hebben ze meer nodig dan hun koning? Natuurlijk zijn de parlementsleden ook zo doordrongen van dat feit, dat zij niets zouden beslissen dat de koning zou schofferen. Als er dus beslist wordt dat alle huizen een groen dak moeten hebben, want dat is beter voor het landschap, dan doet iedereen dat zonder morren.

Flaming Thunderbolt of Wisdom

Het land ligt gesandwicht tussen India en Tibet, en die invloeden kan je goed voelen. Desondanks kan je Bhutan niet verwarren met die twee landen. Van hun grondwet (‘Het hele land moet voor minimum 60% uit beschermde natuur bestaan’) tot hun eten (’t Is precies Tibetaans, maar ongelofelijk pikant), ze doen er hun eigen ding mee. Het land is ook Boeddhistisch, maar doet ook dat op z’n eigen manier. Zo zie je te pas en te onpas fallus-symbolen. Dat komt door één monnik; The Divine Madman. Als yogi was hij tegen het Boeddhistische establishment, hij deed graag zijn eigen ding. Zo zwierf hij rond, vertelde hij aangebrande moppen, verleidde vrouwen en dronk bier. Vele verhalen gaan de ronde over deze yogi: zo plaste hij op de het hoofd van een monnik, waarna er een heilig mantra op het hoofd van deze monnik verscheen. Maar waarom dan de fallus? Voor demonen trok hij steevast zijn broek uit. Bij het aanzien van zijn Flaming Thunderbolt of Wisdom – en die naam verzin ik niet! – konden die demonen niet anders dan bezwijken. Een krachtig wapen dus, die fallus. Bon, ik denk er het mijne van. Aan deze yogi hebben de Bhutanezen ook hun nationale dier te danken, die hij maakte van een kruising tussen een geit en een koe. In een land waar tijgers, rode panda’s en sneeuwluipaarden rondlopen, kan enkel een Divine Madman zorgen dat zo’n dier nationaal wordt vereerd!

Unieke bestemming om met open mond naar te staren

Maar Bhutan is vooral prachtig. Van de gouden rijstvelden tot de hoge passen, van de wondermooie tempels tot de eeuwige bossen. De frisse berglucht, diepe valleien en dorpen doen me met open mond staren – of is dat de ijlheid door de hoogte? Gooi daar nog één van hun typische Boeddhistische festivals bovenop – en dat zijn er veel, dus het is niet moeilijk om er minstens eentje te bezoeken – en je hebt een unieke bestemming die iedere ziel kan beroeren!

Heb jij zin om de sprong te wagen en Bhutan als reisbestemming op jouw bucketlist te zetten? Denk dan zeker aan deze stappen tijdens je voorbereiding:

Dit artikel verscheen in De Karavaan van januari 2024. Ook 4x per jaar ons magazine ontvangen? Word lid van Karavaan! 

Overwinteren in de Alpen

Ik was een jaar of 10 toen ik voor het eerst op de latten stond, met de schoolbus vol tieners richting de Oostenrijkse bergen. Ik vond het leuk, maar toch wat frisjes. Ik verstond de leraren niet en die transparante soep vond ik maar niets. Enkele jaren later stond ik in Frankrijk met mijn familie op een snowboard. Ik herinner me vooral dat ik in België net was gevallen met de fiets en dat mijn gezicht niet om aan te zien was. De smaak had ik dus niet direct te pakken. Toch stond ik afgelopen winter elke dag op mijn plank. Hoe is het zover kunnen komen?

Tekst & foto’s: Cleo De Wolf

Sinds een jaar of 3 heb ik de snowboardkriebel echt te pakken. Na een relatiebreuk nam ik toen een jaar loopbaanonderbreking. Mijn droom was een solo-reis naar het exotische India. De covid-maatregelen lieten het helaas nog niet toe. Na een plukseizoen (denk aan amandelen, druiven, vijgen) in het zuiden van Europa, bleef ik langdurig positief testen en kon ik niet reizen buiten de Europese grenzen. Oké, laten we dan de bergen intrekken deze winter, naar het Franse Les Sybelles. Eén week werden twee weken. Wat een vrijheid voelde ik! En daarna tóch naar de bakermat van het boeddhisme. Alleen … er was een zaadje geplant.

De volgende winter zocht ik een manier om enkele weken, betaalbaar, in de bergen te vertoeven. Met Kriski was ik twee schoolvakanties animatrice voor de kleinsten. In het Oostenrijkse Ischgl en het Italiaanse Folgarida werd ik gedoopt tot kerstman, maakten we een heuse iglo en schminkte ik erop los. De helft van de dag kon ik vrij de berg aftjezen. In de paasvakantie deed ik mijn opleiding tot snowboardinitiator in het Italiaanse Livigno.

Een héél winterseizoen?

Toen rees het idee, de natte droom van elke wintersportfanaat: een ganse winter in de bergen. Een van de beste beslissingen van mijn leven. Ik solliciteerde voor Sunweb als reisleider ter plekke. Na mijn eerste reizen als Karavaan-reisbegeleider naar Ecuador en Mexico, was ik kort erna terug op pad. Deze keer voor 5 maanden naar de prachtige Alpen, in het skioord La Plagne! Niet de schattige familietjes begeleiden, maar de studenten ontvangen en entertainen van het goeie ouwe Skikot (nu omgedoopt tot Totally Snow). Vergis je niet, de jobtitel is misschien bijna hetzelfde (reis-leider bij Sunweb en reis-begeleider bij Karavaan), maar de jobinhoud was toch meer dan lichtjes verschillend.

Crawls & cantussen

Mijn collega’s en ik organiseerden pubcrawls en cantussen voor de studentengroepen. We reserveerden een restaurantplekje voor pakweg 100 studenten, zorgden dat de studentenverenigingen biervaten konden aankopen in de Yeti-tent, konden rodelen, skilessen volgen, en vooral veel feesten … Ik verlegde (niet zonder schaamte) mijn grenzen door shotjes te gieten in de mond van mensen die tien jaar jonger waren.

De meest intense dagen als Sunweb-reisleider waren de aankomstdagen. Je wordt wakker gebeld rond 6u30 door een sappig Nederlands accentje: “Ja, we zijn aan de klim begonnen, we zijn er binnen een half uurtje”. Kleren aan, koffie binnengieten, merch niet vergeten: onze vlag in de sneeuw planten, bagageruimte openen, ski-verhuur waarschuwen, en naar beneden rushen. Terwijl je vol adrenaline op de eerste (van soms tientallen) bussen staat te wachten in het halfdonker, en je bus-speech aan het oefenen bent, zorg je ervoor dat je handen er niet afvriezen. Daarna kan de molen beginnen: chauffeurs verwelkomen, speechen, bagage afzetten, skikleerwissel faciliteren, waarborg ontvangen, skipas overhandigen, betalingen uitvoeren, Totally Snow-bandjes afgeven, skiverhuur faciliteren en zien dat je niet omver valt van de honger. Even uitblazen boven op je appartementje en even later kan de molen verder draaien: bagageruimte openen, inchecken, sleutels overhandigen, vertrekkende studenten helpen met teruggave waarborg, bussen opwachten, studenten uitzwaaien … Tijdens de weekends hadden we dus de langste werkdagen, met nog 2 à 3-tal aankomstdagen van kleinere groepen tijdens de week.

Collega’s, roommates en vrienden

Op papier hadden we een conventionele 35-uren-week. In de realiteit werk je wanneer er werk is. Soms is dat meer, en soms is dat minder. Er is ook een administratieve kant aan de job als reisleider. Ik werd vaak vroeg wakker en deed enkele uren administratie. Op de skiliften vroren mijn handen er vaak af terwijl ik mails en WhatsApp’jes van groepen en partners beantwoordde. Het was wel eens pittig en hard werken, maar er overviel me telkens een gelukzalig gevoel wanneer ik buitenkwam in de sneeuw en de bergen introk.

Anders dan bij Karavaan heb je collega’s ter plekke. We waren een ploegje van zes Sunwebbers – 3 jonge twintigers en 3 dertigers, met twee leidinggevenden (letterlijk) boven ons. Allen woonden we in hetzelfde grote gebouw. Mijn dichtste collega was tevens mijn huisgenote en werd een vriendin. Je werkt met elkaar, maar tegelijk leef je bij elkaar, en gaat ’s avonds een glas drinken en dansen. Je trekt elkaar door het slop als het even niet meer gaat en bent elkaars back-up op het werk.

Free spirits in de bergen

La Plagne zelf is een mengelmoes van 8 mooie dorpjes in de Tarentaise-vallei in het departement Savoie. Bekend van alle smeuïge gerechten zoals fondue, tartiflette en raclette. Samen met Les Arcs vormt La Plagne het skioord Paradiski. Het is één van de grootste skigebieden in de Franse Alpen. Ik woonde in Bellecôte, gelegen op 1900m hoogte. Ondanks de naam (genoemd naar een mooie bergtop natuurlijk) is Bellecôte eigenlijk het lelijkste dorp van La Plagne. Het appartementsgebouw van de jaren 70 zou al jaren een opknapbeurt krijgen. Zoals in ieder zelf-gerespecteerd ouder skioord heb je beneden een galerij, met álles: een skiverhuur, een supermarkt, bakker, boetiekjes, restaurant, ontbijtcafé, kapper, wasserij, hotelreceptie, en zelfs 2 clubs en een tatoeëerder.

Bellecôte, en bij uitbreiding heel La Plagne, functioneert als een typisch dorp tijdens een winterseizoen. Door de vele partners die we hadden met onze job, kenden we bijna iedereen. Saisonniers vind je overal: skileraren, receptionisten, barmensen, koks, medewerkers van de skiverhuur of wellness, chauffeurs, onthaal en redders van het zwembad, verkopers van de sportwinkels … In hun vrije tijd mengen ze zich niet te veel met de ‘tijdelijke’ toeristen en trekken eerder met elkaar op. Er is een leuke ‘live free ’-vibe, het zijn fijne zoekende mensen die niet het conventionele leven leiden. Sommige onder hen leefden een heel seizoen in hun omgebouwde van. Wat een verademing!

6 tips voor wie ook een winterseizoen wil doen en niet weet waar te beginnen:

1. Frankrijk, Italie, Oostenrijk, Zwitserland, Andorra. Of toch liever Canada, of Japan? De bestemmingen zijn oneindig, dus maak hier eerst een keuze in. Let wel, meertalig zijn is overal een dikke plus.

2. Denk na wat je graag doet van werk Werk je graag dagelijks met mensen, of liever vanop een afstand? Er bestaan ook meer administratieve jobs, maar dat aanbod is eerder beperkt.

3. Old school, but it does the job: Facebook. Denk na waar je graag op winterseizoen wil gaan en maak je lid van de bijhorende facebookgroep voor seizoenswerkers. Er wordt veel gepost, ook qua vacatures.

4. Zorg ervoor dat je logement en je skipas in je contract zit. Het is moeilijk (en pokkeduur) om zelf een slaapplaats te vinden in skidorpen.

5. Begin te solliciteren vanaf augustus Tegen oktober zou je zeker moeten zijn van een job, zodat je eind november / begin december kan starten.

6. Wil je geen volledig seizoen naar de bergen? Er bestaan ook Belgische sneeuwsport-reisorganisaties die je meenemen tijdens de schoolvakanties als reisleider, animatrice of skileraar.

Dit artikel verscheen in De Karavaan van januari 2024. Ook 4x per jaar ons magazine ontvangen? Word lid van Karavaan! 

Australië van Apple Pie tot Zon

Bijna een jaar geleden vertrok ik naar Australië met mijn H2O-jeugdherinneringen (je weet wel, die serie over zeemeerminnen) en een ‘nu of nooit’-gevoel. Ik zat vast en ik had nood aan verandering. In mijn hoofd bleef ik maar denken aan een quote van Thomas Lélu: “Watch more sunsets than Netflix.” Dus zonder een gedetailleerd plan, maar met veel goesting, stapte ik op het vliegtuig.

Tekst & foto’s: Lotte Doom

Na zes maanden vol avontuur, nieuwe ervaringen, heel wat deksels op mijn neus en vriendschappen voor het leven, landde ik terug in België. Sindsdien is de meest gestelde vraag: “Hoe was Australië?” Simpel, toch? Maar probeer maar eens een half jaar samen te vatten zonder dat de ander halverwege afhaakt en al spijt heeft dat hij het überhaupt vroeg. Dus ja, ik heb een trucje bedacht: een alfabet van mijn tijd down under met al mijn favoriete plekken, onverwachte ontdekkingen en momenten die ik nooit zal vergeten.

A van Apple Pie: Australië staat niet echt bekend om zijn goeie pistolets en koffiekoeken, maar de apple pie? Die is echt next level, net zoals het zuurdesembrood. En ja, ik ben in de Vegemite-val getrapt, maar de Meat Pie met ketchup kan er nog wel mee door. Oh, en vergeet de zeewiersnacks, Cheerios en Tasty Cheese niet! Ik weet dat mijn snackkeuzes raar zijn, maar geloof me, ze zijn verrassend lekker.

B van Bloody Rippah: Australisch Engels? Het lijkt wel een andere taal. “Yah Bloody Rippah!” is trouwens een compliment, geen scheldwoord. En als ze zeggen “this arvo”, bedoelen ze deze namiddag en niet vanavond – dus kom op tijd! Of niet, en maak dezelfde fout als ik.

C van Camping Life: Koop een swag (nee, niet “swag”, maar een soort slaapzak) en trek de bush in. Zandvliegen ontwijken en je schoenen verstoppen voor de dingo’s leer je in no time. Want geloof mij: dat van die dingo’s die overal mee gaan lopen, is echt waar!

D van Drop Bears: ‘Gevaarlijke’ koala’s die uit bomen vallen en je opeten? Fake news. Maar als je echte koala’s wilt zien, ga dan naar Magnetic Island en doe de Forts Walk. Pro tip: let op de pijlen die andere wandelaars in het zand tekenen om ze te spotten.

E van Everything is altijd Okay:  De vraag “How are you?” is een dagelijks ritueel, maar als je zegt hoe het echt met je gaat, dan wordt het plots erg ongemakkelijk. Dus doet iedereen maar alsof alles geweldig is. Vrouw op sterven? Schoonouders blijven al maanden logeren? Slechts 4 uur slaap per nacht? Maakt allemaal niet uit, want: “I’m GREAT, mate! Living the dream!”

F van ‘He died with a Felafel in his hand’: Voor Kerstmis kreeg ik het boek ‘He died with a felafel in his hand’, een autobiografische roman van Australische schrijver John Birmingham over zijn ervaringen als co-houser. En ik kan het bevestigen: sharehouses in Sydney zijn een ervaring apart (of liever: de sharehouse-roomies). Vraag maar aan mijn vriend Gianluigi die een gat in de muur maakte om uit de badkamer te ontsnappen in plaats van gewoon het slot om te draaien.

G van Greyhound:  Nee, niet die coole hond, maar die bus waarin je soms 28 uur kunt zitten naast de meest unieke figuren en dat allemaal voor de ervaring (lees: om geld te besparen).

H van Huidhonger: Soloreizen is een kunst op zich. Je leert dat niet elk gesprek diepzinnig hoeft te zijn en soms zijn het juist die luchtige babbels die je nodig hebt om je niet te eenzaam te voelen. Maar te veel oppervlakkige gesprekken kunnen al snel vermoeiend worden. De juiste balans vinden? Daar werk ik zelf nog aan.

I van Indigenous People: Australiërs zijn meer dan alleen surfers met mullets en mensen die op blote voeten naar de supermarkt gaan. De echte Aboriginal-cultuur vind je vooral in de outback en in het noorden.

J van Jandals: Of zoals wij ze kennen: teenslippers. Letterlijk iedereen draagt ze, overal en altijd. Het is gewoon een ding! En dan heb ik het nog niet over de Birkenstocks gehad.

K van kangoeroes, krokodillen en kakkerlakken: Weet wat te doen als er plots een kangoeroe voor je neus staat, want ze duiken overal op – vaak op de meest onverwachte momenten. Krokodillen? Die moet je gewoon vermijden, want als je er één ziet, is het al te laat. En kakkerlakken? Die brengen je graag een bezoekje ’s nachts, dus be prepared.

L van White TaiL Spiders: Note to self – zet niet zomaar elke spin buiten die er niet zo groot en eng uitziet. Een kleine witte staart kan je al snel grote problemen bezorgen. Zoek dus misschien eerst op wat voor spin het is – altijd handig!

M van Mulgas Adventures: Ik kreeg de tip van een andere backpacker om vier dagen op avontuur te gaan in de outback met Mulgas Adventures. Het werden de vier beste dagen van mijn hele reis in Australië en zelfs alle ingeslikte zandvliegen konden de ervaring niet verpesten. Neem deze gouden tip van mij aan en ga er gewoon voor!

N van No Worries: In Australië is het oké om luidop te zeggen dat je niet naar het nieuws kijkt of je werkschema aanpast aan wanneer de golven het best zijn. Soms voelt het leven er over het algemeen gewoon een beetje lichter.

O van Once in a lifetime (letterlijk): Het vuurwerk in Sydney op Nieuwjaar? Prachtig, het mooiste dat ik ooit heb gezien! Een echte once in a lifetime! Maar 16 uur wachten in de regen voor een goeie plek zodat je ’s avonds goed zicht hebt, was dat ook. Het zal dus waarschijnlijk bij die ene keer blijven.

P van Port Elliot: Ik maakte een onverwachte stop in Port Elliot (dichtbij Adelaide) waar ik fantastische mensen leerde kennen, de zotste uitzichten tegenkwam en het thuisgevoel vond dat ik de voorafgaande maanden een beetje had gemist. Als je er dan toch bent, vergeet zeker niet de zonsondergang te checken bij de Bluff.

Q van Quokka’s: Op Rottnest Island maken toeristen selfies met de schattige quokka’s, maar het echte geheim? Zwemmen met zeeleeuwen iets verderop. Magisch!

R van Rips: Weet wat een rip is voor je de zee induikt en thank me later.

S van Sunset of Sunrise: Voor de beste zonsopgang? Ga naar de Lighthouse in Byron Bay. Voor een epische zonsondergang moet je bij de Pinnacles dichtbij Perth zijn. Belangrijk detail: zorg ervoor dat er niet te veel wolken zijn en dat er geen regen is voorspeld. Anders ben je zo vroeg opgestaan voor niets!

T van gratis Toiletten: In de steden vind je op elke hoek wel een gratis toilet – heel handig voor mensen zoals ik die altijd nét te veel water drinken. En alsof dat nog niet genoeg is, hebben ze ook overal bubblers om je fles bij te vullen – al smaakt het ene bubbelke toch net iets frisser dan het andere!

U van Al die Uren en Tijdzones: Altijd handig om even te checken in welke tijdzone je vrienden zitten voordat je afspreekt. Of doe zoals ik en kom overal op het verkeerde moment aan!

V van Vogelconcert: Of je het nu wilt of niet: je wordt elke ochtend wakker met een tropische symfonie. Van de lach van de kookaburra tot het vreemdste gekrijs van de cockatoo. En dan hebben we het nog niet gehad over de regenbooglori’s die veel te vroeg opstaan.

W van zeilen op de Whitsunday Islands: Hagelwitte stranden, helder turquoise water en de beste snorkelplekken die je je kunt voorstellen – het bestaat echt, en het is de ideale plek voor een meerdaagse zeiltocht.  Het is prachtig – zelfs als je midden op zee in een tropisch onweer terecht komt en zo zeeziek bent als een gieter. Oh, en blijf voor één keer niet te lang in je nest liggen want ’s ochtends komen de schildpadden hun eerste adem van de dag happen.

X van Extreem: Wat maakt Australië zo speciaal? Letterlijk alles is extreem: het weer, de temperatuur, de landschappen, de grootte van de dieren, de afstanden die je reist… Niet normaal!

Y van Yarning: Australiërs zijn fantastisch goed in het vertellen van anekdotes en grappige verhalen. Voor je het weet, krijg je een gratis comedyshow van iemand met de gekste levensverhalen. Lachen gegarandeerd!

Z van Pas op voor de Zon!: Als er één ding is waar je écht voor moet oppassen, dan is het de zon. Smeer je in met zonnecrème, koop die fancy hoed en denk niet dat je zonder SPF-50 veilig bent. Zelfs ik die als een paranoïde elke dag om het uur zonnecrème smeerde, kreeg er pigmentvlekken, mijn eerste rimpels en acné gratis bij.

En zo eindigt mijn alfabetische reis door Australië, een avontuur dat mijn horizon niet alleen verbreedde, maar ook mijn grenzen verlegde (letterlijk en figuurlijk). Nu ik in België mijn liefde voor koffiekoeken en pistolets herontdek, kijk ik met een glimlach terug op alle onvergetelijke momenten. Australië heeft mij geleerd dat zelfs een Huntsman met de slechtste reputatie minder angstaanjagend is dan het lijkt, en dat het misschien niet altijd loopt zoals gepland – maar de reis die je maakt exact is wat je nodig hebt.

Als je ooit twijfelt over die verre reis, vergeet dan niet: de wereld is veel te groot om stil te blijven zitten – dus: niet blijven staan, gewoon gaan!

Dit artikel verscheen in De Karavaan van oktober 2024. Ook 4x per jaar ons magazine ontvangen? Word lid van Karavaan!

2 Kona Sutra’s on the road

Op een zomerse maandag in augustus spreek ik af met Jannes en Esther voor een interview over de fietsreis die ze dit jaar maakten. Ze zijn een beetje zenuwachtig omdat ze nog nooit een interview gegeven hebben, maar dat blijkt al snel volledig onterecht. Want eens ze beginnen te vertellen, vloeien de verhalen in elkaar over. Dat kan ook niet anders als je 164 dagen onderweg bent geweest en meer dan 7000 km gefietst hebt.

Tekst: Jannes Hellemans, Esther Devos & Veerle Stoffelen // Foto’s: Jannes Hellemans & Esther Devos

6 maanden met de fiets door Europa, was dat jullie eerste fietsreis (samen)?

Jannes & Esther: “Het was niet onze eerste, maar wel de eerste echt grote fietsreis. We fietsten altijd al regelmatig, en trokken er geleidelijk vaker op uit voor een fietsweekend. Eerst was dat met de koers- en de elektrische fiets en ging de bagage nog op die elektrische, daarna gingen we allebei voor een sportief model met lichtere bagage. Een heel leuke formule! En zo begonnen we dus te dromen van een lange fietsreis. Van Noord- naar Zuid-Amerika? Of naar China misschien? Uiteindelijk kozen we voor onze eerste lange reis voor Europa, want we wilden reizen, maar ook leven en genieten. In Europa konden we het vertrouwde combineren met avontuur en het onbekende.

Een jaar eerder maakten we in Frankrijk een ‘testreis‘: om uit te zoeken of dit wel ons ding was, hoeveel kilometer we per dag konden fietsen, wat we belangrijk vonden qua bagage … Die reis heeft ons veel geleerd dat later goed van pas kwam! Zo ontdekten we dat we graag koken. Dat werd dus meer meenemen dan een basic kooksetje waarmee je enkel water voor pasta kan opzetten. Ook beslisten we toen om te investeren in degelijke light weight stoeltjes, omdat we liever niet 6 maanden op de grond wilden zitten.”

2 Kona Sutra’s on the road, kopt jullie reis op Polarsteps. Vanwaar die naam?

Esther: “Kona Sutra verwijst naar onze fietsen. Ik had een tweedehands fiets van dat type gekocht en Jannes kocht uiteindelijk dezelfde. Dat is ook makkelijker, want de reserve-onderdelen die je meeneemt, passen op beide fietsen en als er iets mis is, kan je bij de andere fiets gaan ‘spieken’ hoe je het kan oplossen.”

Jannes: “We hadden reservebanden, remblokjes, spaken en schakeltjes voor de ketting mee. Zo kon ik altijd eerst zelf naar een oplossing zoeken bij pech onderweg, wat we natuurlijk een paar keer hadden. Gelukkig zijn er als het nodig is ook voldoende fietsenmakers in Europa, wat tot heel fijne ontmoetingen leidde. Zo had ik in Albanië een versleten trapas. Zelfs met extra hulp van een andere fietser, moesten we uiteindelijk toch een fietsenmaker zoeken. We kwamen terecht in een garagebox bij een supervriendelijke man die amper Engels sprak, maar werkelijk alles kon repareren. Hij was moslim en haalde er een andere vriend bij – ook een moslim. We hebben samen een hele tijd zitten discussiëren over godsdienst en hij noemde mij zijn muslim brother.”

Jullie gingen van Lissabon tot Istanbul. Hadden jullie die route op voorhand uitgewerkt?

Jannes: “Ja, ik had op voorhand onze route in grote lijnen uitgewerkt in Komoot en een hele Excel gemaakt, toen nog met het oorspronkelijke idee: van Lissabon naar Georgië. Al snel merkten we helaas dat de uitgestippelde route volgen massa’s tijd in beslag nam. De eerste dagen legden we dus amper 30 à 40 km per dag af. Het was blijkbaar geen goed idee om de instelling in Komoot op ’toerfietsen’ te zetten. Daardoor moesten we regelmatig offroad rijden, onbegaanbare paden volgen, onze fiets omhoog dragen en zelfs een rivier oversteken die door regen onverwacht hoog stond en veel stroming had. We droegen eerst onze zakken over en dan onze fietsen op de schouder, in het spoor van een behulpzame boswachter die ons in zijn boxershort is voorgegaan om te zien of de rivier niet te diep was.

Na enkele dagen zijn we onze planning op korte termijn beginnen bekijken: “Binnen drie dagen willen we in die stad aankomen.” Omdat we niet meer vast zaten aan een schema, was alles veel flexibeler en hadden we minder stress. Fietsen werd een vorm van leven: fietsen, eten en slapen was alles waar we aan moesten denken. En genieten natuurlijk! Want je hebt veel tijd om rond te kijken en kan makkelijk overal stoppen als iets je interesseert.

We fietsten in totaal 110 dagen, gemiddeld zo’n 60 à 70 km per dag. Het tempo werd volledig bepaald door de wind, de hoogtemeters, de goesting, de drukte op de weg of de dingen die we wilden bezoeken. Tussendoor lasten we regelmatig 1 of 2 rustdagen in. Soms moesten we ook rekening houden met de omstandigheden. Toen we begin april de Alpen overgingen, lag er ook in de lagere gebieden nog veel sneeuw. We hebben toen een extra dag gewacht om de cols over te steken.”

Esther: “Na 2 maanden hadden we nood aan een pauze, mentaal en fysiek. We hebben dan 2 weken in Frankrijk op een bioboerderij aan WWOOFing gedaan: in ruil voor werk in een duurzaam landbouwbedrijf, krijg je kost en inwoon. En begin april zijn we een weekje gaan skiën met de familie van Jannes.”

Jullie hadden een tent & kooksetje bij. Hebben jullie de hele trip gekampeerd?

Jannes: “We dachten dat het makkelijk ging zijn om onze tent op te zetten bij mensen in de tuin, maar zelfs met een mondje Spaans botsten we in Spanje op veel no’s. Daarom besloten we Warm Showers te activeren; een online community waarbij mensen hun huis openstellen voor (andere) fietsers. Je krijgt een bed om te slapen, een plek om je matje te leggen of je tent op te zetten, een warme douche, meestal ook ontbijt en soms zelfs avondeten. Tip: begin best al een paar dagen op voorhand te zoeken naar een overnachting. Via Warm Showers kom je altijd terecht bij warme mensen die open staan om andere fietsers te leren kennen. Je wordt vaak echt in de watten gelegd en krijgt soms heel lekker eten. Toch vroeg het af en toe ook veel van ons: je stelt jezelf telkens weer voor en doet elke keer opnieuw je (zelfde) verhaal. Als we dan zo een paar avonden na elkaar in een andere taal de hele avond zaten te babbelen, hadden we nood aan een avondje in onze tent op een camping.

In Spanje mochten we ook eens logeren bij de ouders van iemand die ons volgde op Polar Steps. Het was februari en de avonden en nachten waren koud. In hun huisje konden we Nederlands praten en in de zetel zitten bij de open haard, dat gaf ons zo’n huiselijk gevoel.”

Zijn er spannende momenten geweest? Of momenten dat je naar huis wou?

Esther: “Onze reis begon al spannend. Op de luchthaven in België zagen we onze fietsen nog netjes in het vliegtuigruim verdwijnen, maar in Lissabon waren ze opeens kwijt. Omdat onze tent ook bij de fietsen zat, moesten we de eerste nacht een hotelletje boeken – meteen een onvoorziene hap uit ons budget. Zonder onze fietsen, zouden we natuurlijk niet kunnen vertrekken … Ik heb er de hele nacht niet van kunnen slapen! Toen ze na heel wat telefoontjes gelukkig toch terecht bleken te zijn, waren de dozen doornat. Waarschijnlijk hadden onze fietsen gezellig een nachtje op het tarmac gespendeerd.

In Bosnië zijn we zwaar ziek geworden: door erge buikgroep belandde ik in het ziekenhuis aan een baxter. Maar ook de omstandigheden waren er even schrikken: er was één verpleegster die een beetje Engels sprak, een norse dokter en geen telefoon om naar de verzekering te bellen. Toen we vertrokken zeiden ze dat het bezoek ‘free’ was, waarschijnlijk omdat ze niet wisten hoe ze ons de kosten moesten aanrekenen. Daarna heeft Jannes hetzelfde virus gekregen. We zijn toen op de camping gebleven, waar het heet was en de hele tijd regende. We voelden ons mentaal en fysiek zó slecht, we konden echt meer niets doen. Omdat het geen leuke camping was, wilden we doorrijden naar een volgende, 15 km verderop. We waren helemaal verzwakt, hadden al een paar dagen zo goed als niets gegeten … Die 15 km werd de zwaarste fietstocht uit onze reis. Gelukkig werd de camping uitgebaat door een supervriendelijke man die ons in de watten legde met taart, krieken en appelsap (wat we uit beleefdheid opaten). Na nog een extra dag rust voelden we ons weer goed genoeg om verder te fietsen, maar we hebben toch nog een dikke week afgezien. We waren zo getraind en op een week waren we al onze conditie kwijt, heel gek om te ervaren.

In de Balkan kwamen we ook veel wilde straathonden tegen, in Griekenland en Turkije bijna dagelijks. Je leest in fietsblogs regelmatig over fietsers die omsingeld worden door wilde honden of in de kuiten of hun fietstassen gebeten worden. Je vindt ook veel theorieën over wat je in dat geval moet doen: wegfietsen, je groot maken (makkelijker gezegd dan gedaan), stenen werpen … Wij vonden het de beste tactiek om te stoppen, verder te wandelen met je fiets tussen jou en de hond in, en proberen tegen de hond te praten. Al is dat natuurlijk niet zo makkelijk als je achterna gezeten wordt door 3 vettige zwarte honden op een drukke baan met camions die voorbij razen zodat je niet opzij kan, zoals wij meemaakten op de grens tussen Kroatië en Bosnië.”

Jullie doorkruisten heel wat bekende & minder bekende landen, maar welk land heeft jullie het meest verrast?

Esther: Bosnië is ongetwijfeld het land waar we het minst van wisten, maar dat de meeste indruk op ons gemaakt heeft. Ik had wat tips gekregen van een collega die gevlucht is uit Bosnië. Je wordt er nog vaak geconfronteerd met het oorlogsverleden. Zo is er een app die je vertelt in welke zones je gevaar loopt voor landmijnen. Wanneer je de grens tussen Kroatië en Bosnië oversteekt, merk je meteen de verschillen: de levensstandaard daalt, je ziet veel bedelaars en mensen die slecht te been zijn. Het is er heel goedkoop en helemaal niet toeristisch. Toch hebben we ons er nooit onveilig gevoeld. Integendeel, de mensen waren er supervriendelijk en gastvrij.

Terwijl we de CIRO trail fietsten (een oude spoorlijn die met Europese subsidies is omgevormd tot een fietspad), huurden we ergens een appartement in een guesthouse. We werden uitgenodigd door de familie die de guesthouse uitbaatte, hun dochters die in Kroatië woonden waren op bezoek. Er was sterke drank en gitaarmuziek – een heel fijn moment. Al was het ook een beetje moeilijk, omdat je merkt dat de bevolking het oorlogsverleden nog meedraagt, maar er moeilijk kan over spreken. Op aanraden van mijn collega bezochten we het UNA National Park. We betaalden amper €1,50 inkom, er was geen volk en we zagen de mooiste waterval die we ooit gezien hebben. Het was indrukwekkend, de pracht van de natuur heeft ons diep ontroerd.”

Hoe verliepen de contacten onderweg?

Jannes: “In het begin konden we ons behelpen met de talen die we kenden, maar in de Balkan ontmoetten we regelmatig mensen die amper een andere taal spraken. Al hield dat de kans op fijne ontmoetingen niet tegen. Zo huurden we in Bosnië een appartementje bij een vrouw die amper Engels kon, maar ons verwende met koffie, thee en koekjes. In Turkije ontmoetten we een man die ooit prof mountainbiker was en nu een fietsenwinkel heeft. Google Translate bracht ons in beide situaties steeds ver genoeg.

Nu hebben we vooral nog contact met fietsers die we onderweg leerden kennen. In een idyllische warm shower midden in de natuur in Kroatië ontmoetten we een Frans koppel. Na een gezellige barbecue wisselden we nummers uit en gingen we elk onze eigen weg. Een paar weken laten kwamen we hen nog eens tegen, puur toeval! Na een tweede gezellige maaltijd op de camping hebben we meer contact gehouden en zagen we elkaar nog eenmaal terug: in Montenegro, op Esther haar verjaardag. Daarna hebben we contact gehouden & tips uitgewisseld. Nu volgen we hen op Polar Steps, zij fietsten nog tot eind september.”

Nu jullie weer thuis zijn, missen jullie fietsen & onderweg zijn?

Esther: “Nee, op het einde hadden we het gevoel dat het oké was. Het werd te warm; we moesten om 5 uur opstaan om te vertrekken en konden enkel nog in de voormiddag fietsen. Door de omstandigheden konden we niet meer 100% genieten en hadden we het gevoel dat het goed geweest was, ook al was het fietsen op zich niet op. Tijdens onze reis hadden we ook veel tijd om na te denken over wat we nà de reis wilden doen. Zo ontdekten we dat we nooit voor een lange periode in het buitenland zouden kunnen wonen – op het einde misten we onze vrienden en familie – en hoe hard we kunnen genieten van ‘gewone momenten’ thuis met de personen om wie we geven.”

Zouden jullie het nog eens opnieuw doen, zo’n lange fietsreis?

Jannes: “Zeker, want het was de reis van ons leven! Maar voor nu gaan we eerst op zoek naar een huisje en een job. We zijn ook nog jong en gezond en hebben de rest van ons leven om zo’n avontuur terug op te zoeken. De komende jaren maken we dus kortere fietsreizen, en dan springen we ooit zeker terug op ons zadel voor een langer avontuur!”

Praktische tips van Jannes & Esther voor wie droomt van een lange fietsreis:

Check de volledige fietsreis van Jannes & Esther op Polarsteps.

Dit artikel verscheen in De Karavaan van oktober 2024. Ook 4x per jaar ons magazine ontvangen? Word lid van Karavaan!

Julley, Robin! Op buitenlandse stage in Little Tibet

De 3 H’s: skilled Hands, bright Head and kind Heart. Dat is de visie van Sonam Wangchuk, de oprichter van SECMOL Campus, een alternatieve school in Ladakh, in Noord-India. Lynn en ik liepen er 6 maanden stage, middenin het Himalayagebergte. Of leven op een ecologische, simpele en zelfredzame manier mogelijk én verrijkend is? In het prachtige Ladahk wel.

Tekst & foto’s: Robin Leyers

De macht van de Himalaya’s

Ladakh, ook wel bekend als Little Tibet of the Land of High Passes, is de meest dunbevolkte én meest afgelegen staat van India. Eens je landt op de Kushok Bakula Rimpochee Airport van Leh, is je reactie meteen: WAUW. De macht van de Himalaya is onbeschrijfelijk en de schone lucht is heerlijk (zeker als je voordien enkele dagen in New Delhi verbleef). Met de hoogste berijdbare wegen ter wereld, woonplaats van de Ghost of the Mountain (beter bekend als het sneeuwluipaard) en een cultuur die zeer hard aanleunt aan de Tibetaanse, is er in Ladakh gigantisch veel te ontdekken en zal je jezelf geen seconde vervelen.

Naast Leh, de toeristische hoofdstad van Ladakh, heb je honderden dorpjes verstopt in de bergen, klaar om ontdekt te worden. De wegen zijn niet altijd in even goede staat en bereikbaarheid heeft veel te maken met het weer (denk aan sneeuw & landverschuivingen), maar dat zorgt alleen maar voor meer avontuur. Elke plek, elk dorp, elke tempel, elk uitzicht is een schilderij op zich. Ben je een liefhebber van natuur, rust, sereniteit, bergen en magnifieke landschappen? Dan is Ladakh the place to be!

De Indische hoofdwiebel

Het eerste wat je bij aankomst in de luchthaven hoort, is julley. Dit is ‘hallo’ in Ladakhi. Nadien leer je dat julley ook ‘doei’ en ‘dank je wel’ betekent, handig.  

Deze andere wereld en zijn nieuwe cultuur ontdekken, is leerrijk, plezant en boeiend. Al is het zeker en vast een uitdaging om alle gewoontes & gedragingen van de lokale bevolking te begrijpen. Zo eet je bijvoorbeeld steeds samen op de grond. Je zal dus ongetwijfeld wel eens de fout maken om (per ongeluk) over iemands benen of eten te wandelen en daardoor ‘onder je voeten krijgen’, aangezien dit als onrespectvol wordt gezien. Maar geen zorgen, de Ladakhi’s zijn overdreven vriendelijk, beleefd, goedlachs en behulpzaam. Iedereen zal er altijd voor zorgen dat je je volledig thuis voelt en niets tekortkomt. En wat je bijleert, kan je uiteindelijk ook linken aan achterliggende betekenissen.

Je begint onvermijdelijk ook zelf gedragingen over te nemen zoals bijvoorbeeld de “Indische hoofdwiebel” of een typische groet. De mensen rondom jou merken dit ook op en eens ze jou Ladakhi butsa of pomo (jongen of meisje) noemen, geeft dat een enorm gevoel van samenhorigheid en voldoening.

Een afgelegen, zelfredzame campus

De Students’ Educational and Cultural Movement of Ladakh is een alternatieve school met als doel studenten belangrijke levenslessen bijleren, hun zelfvertrouwen opkrikken en Engels bijschaven. Ze werken er met de visie van de 3H’s: bright Head, skilled Hands and kind Heart. Uniek is dat studenten die zich aanmelden, als voorwaarde gebuisd moeten zijn voor hun overheidsexamens. Zo kunnen ze op SECMOL een jaartje “pauze” nemen, nadenken over hun toekomst, meer focussen op praktische vaardigheden … om dan nadien terug naar een overheidsschool te gaan en/of hun dromen na te jagen.

SECMOL ligt op een prachtige locatie, is zeer afgelegen en eigenlijk een dorpje op zichzelf. De studenten, het personeel en de vrijwilligers leven en wonen samen op de campus. De studenten verblijven er voor één jaar en runnen in principe de campus, met begeleiding van het personeel en de vrijwilligers. Daarnaast is de school bijna volledig zelfredzaam en ecologisch zeer verantwoord. Er wordt gebruikgemaakt van zonne-energie, passieve zonne-gebouwen, recyclage, dry compost toiletten en verspilling is er bijna onbestaande. Als stagiair leer je zeer veel over ecologisch leven en creatief omgaan met afval en verspilling. Je kijk op de Westerse levensstijl en consumptiemaatschappij zal gegarandeerd veranderen.

Eens je aankomt op de campus, word je meteen warm ontvangen en ben je instant deel van de SECMOL-familie. Iedereen komt met je praten en is in het algemeen zeer geïnteresseerd in je achtergrond en waar je vandaan komt. De mensen zijn heel toegankelijk, open en fantastisch leuk in de omgang. Na 6 maanden bouw je een zeer hechte band op en maak je vrienden voor het leven.

Koude temperaturen, warme mensen

In Ladakh is het koud. Temperaturen kunnen zakken tot -25°C. De mensen daarentegen, zijn er zeer warm. Wanneer je ergens over de vloer komt, word je altijd warm onthaald met melk- of boterthee, koekjes, tsampa, gedroogde abrikozen, noten en nog zo veel meer. Het is ook de gewoonte van Ladakhi’s om te blijven bijschenken en je steeds meer en meer aan te bieden. Het is bijna een spelletje voor hen en ze winnen altijd. Je zal gegarandeerd met een volle buik buitenwandelen. Gastvrijheid is dus zeer belangrijk, net zoals medeleven, behulpzaamheid en vriendelijkheid. Deze waarden zijn verbonden aan het Tibetaans Boeddhisme, dat nog een grote rol speelt in de maatschappij.

Er zijn tempels, ook wel gompas genoemd, in overvloed verspreid over heel Ladakh waar nog talloze monniken leven en religieuze festivals gehouden worden. Je zal versteld staan van de indrukwekkend gemaskerde dansen die de bevolking zouden moeten voorbereiden op de dood. Zo heb je ook festivals waar er orakels bezeten worden door bepaalde figuren, op de daken van de tempel lopen en nadien de toekomst voorspellen. Deze religieuze tradities zijn enorm populair in Ladakh en worden voltallig bijgewoond door de bevolking. Zeer indrukwekkend om te beleven als buitenlander!

Alternatief leren met de 3H’s

Als stagiair of vrijwilliger in SECMOL heb je veel mogelijkheden en veel vrijheid. Je meest belangrijke taak is de conversation class, waar je dagelijks een activiteit bedenkt om het Engels van de studenten te oefenen. Ongelofelijk hoe sterk ze daarin groeien op één jaar! Sommigen spraken geen woord Engels bij de start en voerden complexe, volledige conversaties op het einde.

Naast deze klassen zijn er ook verschillende verantwoordelijkheden die iedere student heeft om de campus te onderhouden. Als stagiairs namen wij deel aan deze verantwoordelijkheden, maar ook aan alle andere activiteiten op de campus. Er is ruimte om zelf workshops te geven over bv. digitale vaardigheden, fotografie, mentale gezondheid … afhankelijk van je persoonlijke vaardigheden en interesses. Daarnaast organiseert SECMOL ook veel dagtripjes, waardoor je plekken bezoekt die je als gewone toerist nooit zou zien.

Iets waar je mee moet leren omgaan op de campus, is veel flexibiliteit. Plannen kunnen last minute veranderen en communicatie gebeurt niet altijd op een efficiënte manier. Dit heeft natuurlijk ook veel met de taal te maken, aangezien iedereen er onder elkaar Ladakhi spreekt. Maar dan is het aan jou om actief engagement te tonen! Deze plek leert je zeker en vast om beter voorbereid te zijn op veranderingen en om je flexibeler op te stellen, wat alleen maar voordelen heeft in het leven.

De Advanced Bachelor Global Citizenship and Development is een banaba van UCLL (Leuven).

Dit artikel verscheen in De Karavaan van juli 2024. Ook 4x per jaar ons magazine ontvangen? Word lid van Karavaan!

Missie GR128

Op de dag dat je besluit de wit-rode bakens van de GR128 Vlaanderenroute te volgen, begint een onvergetelijk avontuur. Vanaf dat moment schrijf je je eigen wandelverhaal, waarbij na elke etappe het verlangen naar het vervolg groeit. Wist je dat je niet alleen in Santiago de Compostela een certificaat krijgt voor je pelgrimstocht? Ook voor het voltooien van de GR128 Vlaanderenroute krijg je een attest en een plek in de eregalerij! Iedereen die deze prachtige route heeft voltooid, kan dit felbegeerde certificaat bemachtigen.

Tekst & foto’s: Lien Castelein

In de eregallerij

Plan je om de Vlaanderenroute te wandelen en wil je in aanmerking komen voor een attest? Maak dan één typerende foto in elk van de zes regio’s waarlangs de Vlaanderenroute zich slingert. Zorg ervoor dat zowel een GR-markering als jezelf op de foto staan. Als dat geen plaatjes oplevert! Ga je alleen op pad, fotografeer dan je rugzak en/of de wit-rode streepjes in het omliggende landschap.

Heb je de volledige Vlaanderenroute van maar liefst 473 km afgelegd? Dan verdien je een passend aandenken voor deze prestatie! En dat geldt niet alleen voor mensen. De laatste certificaten gingen naar Sabine en haar hond Rosie, en naar Rik en zijn paard Hercule. Je hoeft de route niet binnen een bepaalde tijdsspanne te voltooien. Veel mensen stappen de Vlaanderenroute immers over een langere periode via dag- of weekendtochten.

Pak je wandelschoenen, neem je trouwe metgezel mee, en begin aan je onvergetelijke avontuur!

Missie GR128

Hoe het allemaal begon? Oudejaarsavond 2023, samen met mijn twee buddies Anneleen en Stef, die ik leerde kennen op een Joker groepsreis naar Albanië, zaten we rond de kerstboom. Zoals altijd kwam het gesprek al snel op nieuwjaarsvoornemens. Normaal hoor je dan reacties als “Ik doe daar niet aan mee” of “Ik houd dat toch niet vol.” Maar dit keer liep het anders. Iemand stelde voor: “Wat als we samen een doel stellen?” Een enthousiaste “Ja, doen we!” volgde meteen. Na wat hersengekraak werd Missie GR128 geboren. In 2024 gaan wij voor de eregalerij! We pakten onze agenda’s en begonnen meteen met plannen.

Van Leuven naar … Leuven

Iets later volgde de eerste etappe. Thuismatch! Van Leuven naar Hoegaarden. We parkeerden een auto netjes bij de kerk in Hoksem (Hoegaarden), reden terug naar Leuven en begonnen te wandelen richting Hoegaarden. Of dat dachten we… Eén van ons zei nog bij de start: “Moeten we niet opletten dat we in de juiste richting lopen?” Maar de wind nam deze opmerking mee en zonder verder na te denken liepen we vrolijk onze eerste kilometers op de GR128. Rood-wit hier, rood-wit daar. De tijd vloog voorbij terwijl we verhalen uitwisselden over de afgelopen weken. ’s Middags namen we een pauze om onze picknick op te eten. Tussen de pistolets door merkte iemand op: “Ik wist niet dat Kessel-Lo en Hoegaarden zo dicht bij elkaar liggen.” Een snelle blik op Komoot doorprikte die illusie al snel. We liepen in de verkeerde richting! Hilariteit alom! Tot zover onze vliegende start… Als we verkeerd lopen, doen we het in ieder geval goed. We volgden nog wat kilometers de GR in die richting en keerden daarna terug naar Leuven om de auto op te halen en naar Hoegaarden te rijden. Eerste etappe sowieso geslaagd! 

Enkele weken later slaagden we er eindelijk in om na tien keer checken, lachen en gniffelen, de kerk in Hoksem te bereiken. Het eindpunt van de ene etappe werd het beginpunt van de volgende. Die kerk in Hoksem heeft dus zeker een speciaal plekje in ons hart veroverd.

Team praktisch

Een paar dagen voordat we weer op Missie GR128 vertrekken , sturen we een WhatsApp-bericht in onze GR128-groep en plannen we de praktische details. Met het GR128-boekje bij de hand, dat de volledige route en interessante plekjes beschrijft, kiezen we een begin- en eindpunt, afhankelijk van het aantal kilometers dat we willen lopen. Dit gaat niet altijd zonder haperingen. Zo ontdekten we in Hoegaarden dat er meerdere kerken zijn waar de GR128 langs loopt. We dachten dat we ongeveer 33 kilometer zouden wandelen, maar uiteindelijk werden het er 38. Een kleine bummer, maar dat houdt ons scherp!

Op de dag zelf ontmoeten we elkaar bij het eindpunt met twee auto’s, want het openbaar vervoer werkt helaas niet altijd mee. Op het eindpunt laten we één auto achter en we moeten dan telkens weer goed nadenken in welke auto de schone reserveschoenen moeten (- het antwoord: de auto die bij het eindpunt blijft). Daarna rijden we samen in één auto naar het beginpunt. Na onze wandeling zetten we de andere persoon weer af bij zijn auto en keren met ietwat verzuurde benen huiswaarts.

Nu we de etappes rond Leuven hebben afgerond, moeten we wat verder weg. We maken er nu complete weekends van en kamperen met onze tentjes op bivakzones. Onze eerste kampeerervaring leverde meteen een geweldig verhaal op. Door onze drukke agenda’s konden we pas om 22.00 uur in Zoutleeuw aankomen om onze tent op te slaan. Zo gezegd, zo gedaan. Helaas bleek de GPS niet zo nauwkeurig en in het donker werd alles nog ingewikkelder. Ik besloot het even aan de locals te vragen, dus stapte ik het café aan de overkant van de kerk binnen. Blijkbaar crashte ik net een 60ste verjaardagsfeest van een nogal beschonken dame. Het hele café staarde ons aan, drie dertigers met wandelbottines, om 23.00 uur ’s avonds op zoek naar de bivakzone. Gelukkig redde de cafébazin ons en gaf ons ongeveer de locatie van de bivakzone door. Ons avontuur was nog niet voorbij; we moesten nog een kilometer door een donker bos om de bivakzone te bereiken. Rond middernacht lagen we eindelijk in onze tentjes, lachend om ons avontuur. We vielen in slaap terwijl we neurieden: “Er is een nacht, die je normaal alleen in films ziet..”.

Tijdens sommige etappes krijgen we gezelschap van vrienden uit de buurt, en onderweg ontmoeten we soms bekenden. Maar het mooiste van alles zijn zonder twijfel de stoten en verhalen die we verzamelen. Weet je nog die keer dat we… Elke keer als we vragen hoeveel kilometer de volgende etappe is, tellen we er maar meteen 5 kilometer bij. Je weet immers nooit!

Samen onderweg

De GR128 in mijn agenda is echt iets waar ik de hele week naar uitkijk. Winter, lente, zomer – het maakt niet uit. Door sneeuw en kou, langs bloesems en onder de zomerse zon, verzamel ik op die dagen genoeg energie om de week weer aan te kunnen. Deze wandelingen zijn ook de perfecte momenten om bij te praten. We delen alles: foute dates, favoriete frituursnacks, speculaties over De Mol, hilarische momenten van de afgelopen week en zorgen op het werk. Langs de rood-witte paden van de GR krijgt alles een plekje.

Wie had ooit gedacht dat mijn impulsieve inschrijving voor een Joker groepsreis naar Albanië zou leiden tot dit geweldige avontuur?

Dit artikel verscheen in De Karavaan van juli 2024. Ook 4x per jaar ons magazine ontvangen? Word lid van Karavaan! 

De magie van het kampeervuurtje

“Hoe gaan we dat allemaal in onze rugzakken krijgen?!” Behalve dit ene kritieke punt is koken op kampeervuurtjes en maaltijden voorbereiden voor op talloze meerdaagse trektochten één groot plezier. Met dit artikel wil ik je overtuigen: de kunst van het kampeervuurkoken is een ervaring die op groepsreis niet alleen de maag vult, maar ook het hart verwarmt.

Tekst: Lien Castelein // Foto’s: Lien Castelein, Annelies Huibers, Willem van den Eynde

Een maaltijd delen rond kampeervuurtjes, onder de sterrenhemel … Het is een gewoonte op reis die de groep samenbrengt. Wie snijdt de groenten? Wie kookt het water? En nadien, wie doet de afwas? De avonturen van de dag worden uitgewisseld en plannen voor de volgende worden gesmeed. In de uitgestrekte natuur krijgt dit voedsel een nieuwe betekenis. Eentje die begint bij de cruciale vraag: “Wat eten we vandaag?

Een antwoord kan je vinden in de betere outdoor winkel bij het assortiment kampeermaaltijden waar je gewoon kokend water aan toevoegt. Maar onder het motto “wat je zelf doet, kan je beter, smaakvoller en goedkoper” ga ik als reisbegeleider steevast zelf aan de slag.

De toolbox van de kampeerkoker

Ik ga op zoek naar ingrediënten die je niet moet bewaren in de frigo, geen vocht bevatten en mee te nemen zijn op trektocht, wat de culinaire vindingrijkheid zeker stimuleert. Wat standaard meegaat is melkpoeder. Je kan er van alles mee in je kampeervuurmaaltijden: warme chocomelk, allerhande sauzen en zelfs (pompoen)pannenkoeken. Daarnaast zweer ik bij kruiden. Kaneel in je havermout, basilicum in je Italiaanse pasta en een snuifje chilipeper in de chili sin carne. De smaakmakers van elke maaltijd! Een laatste aanwezige in mijn toolbox is sowieso Parmezaanse kaas. Deze hoeft niet in de frigo en geeft smaak aan je kaassaus, je pasta of als beleg bij de lunch. Handig.

Op reis zelf bestaat mijn toolbox uit een drietal kampeervuurtjes met ongeveer zes potten en een pan, die tevens dienst doet als deksel. Daar komen nog gasbidons en een vuurstick bij om de kampeerkeuken operationeel te krijgen. Verder heb ik een mini-spatel, -sauslepel, -klopper en een paar snijplankjes bij. Voeg daar nog een paar scherpe messen en een houten scheplepel aan toe en het kookfestijn kan beginnen!

Rugzak-ready-recepten

Maar hoe stel je nu zo’n menu samen? Planning, planning en – zei ik het al? – planning. Per dag noteer ik nauwkeurig wat ik nodig heb voor het ontbijt, lunch, snacks en avondeten. Ik bereken hoeveel ik van elk ingrediënt nodig heb en begin daarna alles van zijn verpakking te ontdoen en in pakketjes te verpakken met de juiste hoeveelheden. Je wil geen opties afwegen onderweg. Elke dag krijgt daarna een sticker met een kleur en een code: ontbijt 7, lunch 3, diner 5. Zo kan iedereen ten gepaste tijde het juiste pakket uit zijn rugzak toveren.

Recepten die verbinden

Verder heb ik ook altijd twee leuke extra’s in elk van mijn voedselpakketten. Een eerste is iets dat een medereiziger kan opbeuren bij een moeilijk moment. Zo kan een zakje paprikanootjes al eens iemands dag maken, maar ook chocolade doet al veel goeds. Tip: vraag dit even na voor je vertrekt. Mijn persoonlijke favoriet? Kikkersnoepjes op de top van de berg!

Mijn tweede surprise is dat er minstens één van de avondmenu’s te maken heeft met het land waarin we momenteel zijn. Zo maakte ik in IJsland een “vulkaanmenu”: een berg mousseline puree, geroosterde sojaboontjes als lavastenen en IKEA-balletjessaus met ge(vries)droogde ajuintjes & rode paprika’s als lava. Een topper van formaat, al zeg ik het zelf! In Noorwegen stond gevriesdroogde zalm met dille op het menu en in Namibië dan weer pompoenpannenkoeken met banaan. Onlangs trok ik door het Torres del Paine nationaal park in Chili. Je kan al raden wat daar op het menu stond … Niet alleen de wandeling was pittig!

Gastronomische giechels

Ter afsluiting van dit smakelijke relaas over de gastronomische geneugten van kamperen, is het overduidelijk dat koken op een kampeervuurtje niet zomaar een noodzakelijk kwaad is, maar eerder een culinair spektakel dat zich afspeelt in een prachtig natuurdecor. Het is een kans om de avontuurlijke chef-kok in jezelf los te laten, compleet met een vleugje rook en de occasionele verbrande vingertoppen. Of je nu melkpoeder in een haute cuisine-ervaring transformeert, of een pan balanceert boven een vlam die wispelturiger is dan het weer, elke maaltijd is een avontuur op zich. En laten we eerlijk zijn, er is iets onweerstaanbaar komisch aan een ui proberen snijden op een wiebelig klapstoeltje, terwijl je je best doet om niet te veel van de kostbare ingrediënten aan het lokale mierenleger te doneren.

Dus, de volgende keer dat je bij je kampeervuurtje je hoofd breekt over de vraag “Wat eten we vandaag?”, onthoud dan dat je deelneemt aan een tijdloze traditie van buiten koken. Een mix van MasterChef en Expeditie Robinson, geserveerd met hier en daar een snuifje culinaire blunder. Het gaat er niet om de perfecte maaltijd op tafel te zetten, maar om de lachsalvo’s die volgen als je probeert een gevriesdroogde aardappel te reanimeren of als je kampeervuur besluit een ongeplande siësta te houden.

Onderweg op groepsreis is elke maaltijd een herinnering, die wordt gekruid met een snuifje hilariteit en een scheutje avontuur, klaar om geserveerd te worden met een flinke dosis goede humor.

Smakelijk! Sabroso! Velsmakende!

Dit artikel verscheen in De Karavaan van april 2024. Ook 4x per jaar ons magazine ontvangen? Word lid van Karavaan! 

Ik deel met plezier één van mijn favoriete 3-gangen kampeerdiners! (ingrediënten voor 12 personen)

Al die willen te kaap’ren varen …

Welcome aboard bij CptnZeppos: een uniek reisbureau dat je laat meereizen in leegstaande kajuiten van vrachtschepen die sowieso met hun vracht varen. Oprichter Joris Van Bree vertelt er alles over.

Tekst & interview: Yvonne Gielen // Foto’s: Joris Van Bree, Bram Belder, Joël De Laere

Vanaf welk moment begint die ‘tocht’, je reis? Wanneer en hoe bereiken we onze bestemming? En is de reisweg niet even belangrijk als die bestemming? Deze vragen brengen ons als vanzelf bij Joris Van Bree. In 2019 startte hij een uniek reisbureau op: CptnZeppos. Het werd een grootscheeps project dat perfect aansluit bij een aantal veranderingen in onze maatschappij: slow travel aan boord van cargo schepen. We laten de “kapitein van dit schip” graag zelf aan het woord.

Hoe kwam je op het idee voor CptnZeppos?

JORIS: “Tijdens een fietstocht door onze Antwerpse thuishaven vroeg ik me af hoe het leven aan boord van een vrachtschip zou zijn. Ik bracht een bezoek aan het Red Star Line Museum en zocht me een weg aan boord van een 300 meter lang vrachtschip op de route Antwerpen – New York. Dit werd een overweldigend avontuur dat mijn leven definitief zou veranderen! Midden op de Atlantische Oceaan ontstond het idee om andere mensen hetzelfde te laten beleven. CptnZeppos was geboren.

Voor de naam liet ik me inspireren door de reeks Kapitein Zeppos uit de jaren ’60. Een aantal van onze passagiers denken met weemoed terug aan deze vriendelijke, mysterieuze man met zijn Amphicar 770 uit hun kindertijd, toen alles schijnbaar trager liep. Ook dit aspect van de reeks, de traagheid, trok me aan.

Nog voor de echte start van CptnZeppos schreef ik me in voor De Bertjes, een wedstrijd voor innovatieve ondernemers georganiseerd door Bert Van Wassenhoven, Stad Antwerpen en Cronos Groep. En ongelooflijk maar waar, wij wonnen! Een jaar gratis kantoor schuin tegenover Brasserie Kapitein Zeppos (jawel, daar is hij weer) was een deel van de prijs. En vandaag, vijf jaar later, genieten we nog elke dag van dit eiland, een oase midden in de stad.”

Kapitein Zeppos keek toe en zag dat het goed was. Waarom kiezen reizigers voor deze manier van reizen?

JORIS: “Voor velen is meereizen aan boord van een vrachtschip een kinderdroom die ze waarmaken zodra ze ontdekken dat het effectief kan. Zo ook voor onze eerste passagier, Ward Hulselmans (scenarist van onder andere Witse, Stille Waters, Salamander …). Hij ontdekte ons via een artikel in Gazet van Antwerpen en aarzelde geen moment om zijn kinderdroom waar te maken.

Dezelfde dag startte hij een dagboek, nam contact op en maakte in een periode van zes maanden twee zeereizen: de rondreis Antwerpen – Ierland en de heenreis Antwerpen – Istanboel. Zijn reisverhalen kan je lezen en beluisteren op onze website. Sindsdien is hij onze CptnZeppos ambassadeur, net zoals alle passagiers na hun vrachtschipreis. Letterlijk iedereen komt immers laaiend enthousiast terug. Niet alleen een oude droom bepaalt hun keuze. Er zijn reizigers die al een verleden hebben in de maritieme wereld en opnieuw deze ervaring willen beleven.

Steeds meer CptnZeppos passagiers geven verder ook de duurzame manier van reizen op als reden waarom ze met ons in zee gaan: meereizen in leegstaande kajuiten van vrachtschepen die sowieso varen met hun vracht.

Zeer populair zijn de routes naar het zuiden of noorden waarbij je kan meereizen met je motor, wagen, camper of mobilhome. Je wisselt een vermoeiende en stresserende tocht via autostrades in voor een relaxed verblijf aan boord en komt ter plaatse uitgerust aan om je tweede avontuur te starten.”

Kunnen de reizigers de plotse “zee van tijd” aan?

JORIS: “Aan boord ontdekken mensen een onbekende wereld van kapiteins en hun bemanning die 90% van de wereldeconomie laten draaien. Op de brug kan je vanop de eerste rij het navigeren, laden en lossen van de vracht volgen. Het vrachtschip wordt een inspirerende plek om tijd, stilte, rust, traagheid en schoonheid te ervaren en alles vanuit een ander perspectief te bekijken.

Reizigers connecteren met zichzelf en de natuur, en doen waarvoor ze aan wal geen tijd vinden. Ze kunnen er zelfs eenvoudigweg voor kiezen om gewoon niets te doen, te genieten van de zee en de lucht op de brug of het dek. Wifi bieden we niet aan passagiers aan, dus maak je klaar voor een stevige detox – ideaal voor mensen op een kruispunt in hun leven!

Voor de meeste passagiers blijft het trouwens niet bij één reis. Zij voelen na een tijd de nood om dat weldadig gevoel dat ze aan boord ervaren, opnieuw te beleven.”

Hoe verloopt het leven op het vrachtschip & samenleven met de bemanning?

JORIS: “Op een vrachtschip worden maximaal 12 passagiers toegelaten. Iedereen logeert in zijn eigen kajuit met badkamer. Er wordt driemaal per dag gegeten. De kapitein beslist of dit in gezelschap van de bemanning mogelijk is of niet. Alle schepen beschikken over een fitness, sommige ook over een sauna.

Natuurlijk zijn er heel wat mogelijkheden om kennis te maken met het leven aan boord, met de bemanning en de kapitein. Hierin schuilt voor mij een aspect van duurzaamheid. Dit heeft namelijk niet alleen te maken met het verminderen van uitstoot of met transitie, maar ook met welzijn. Wij merken dat wanneer we de juiste passagiers aan boord brengen, het welzijn bij kapitein en bemanning groeit. De interesse in hun wereld en de appreciatie voor hun job zorgen hiervoor. Deze mensen zijn soms maanden van huis. Wanneer door onze interactie hun welzijn groeit, bevordert dat ook de veiligheid. Is dat niet de belangrijkste prioriteit?

Over veiligheid gesproken; een deviatieverzekering zit mee in de totaalprijs. Deze treedt in werking wanneer de kapitein beslist dat de passagier zo ernstig ziek is dat het schip moet uitwijken naar de dichtstbijzijnde haven of dat er een helikopter aan boord moet komen. We vragen de passagiers ook om een contactpersoon op te geven: wij blijven aan wal of op ons kantoor stand-by in geval er iets op het thuisfront gebeurt. Er is wel geen wifi voorzien voor passagiers, maar de kapitein staat op elk moment in contact via de rederij met ons.”

Welke reis zou je aanraden voor een eerste keer?

JORIS: “Tijdens onze CptnZeppos infomomenten in Antwerpen informeren én inspireren we onze toekomstige passagiers over ZEPPOS-0060, de rondreis vanuit Antwerpen naar Finland, een perfecte kennismaking voor mensen die nog nooit met een vrachtschip zijn meegereisd. Ik begeleid hen persoonlijk elke vrijdagavond van de security gate over de terminal tot aan het vrachtschip en help hen nadien met de bagage tot aan hun kajuit. We kunnen ook een shuttle aanbieden die je thuis ophaalt en tot aan het schip brengt.

Eind september vorig jaar maakte ik deze reis samen met mijn vader, een avontuur dat ons nog dichter bij elkaar bracht en we heel erg koesteren. Tijdens de infomomenten delen onze ambassadeurs natuurlijk graag ook hun reiservaringen.”

Tenslotte, zou je in een enkele zin kunnen samenvatten wat de meerwaarde van jouw reisconcept is?

JORIS: “Onze toeristische visie staat voor ecologisch reizen, in een rustig tempo, avontuurlijk en dichtbij de natuur met veel tijd voor jezelf, zonder één moment van massatoerisme. Kan het duurzamer?”

Intussen heb ik jouw mooie en inspirerende website grondig bekeken. Met je video’s begeleid je mensen werkelijk naar hun droomreis.

JORIS: “Bedankt voor je interesse in CptnZeppos. Welcome aboard!

Joris en CptnZppos beter leren kennen of benieuwd naar alle reisbestemmingen? Surf naar www.cptnzeppos.be

Book – Pack – Leave: het Pieterpad

Boeken, inpakken en wegwezen, want we trekken 4 dagen lang over hét langeafstandspad van Nederland!

Het Pieterpad, hét langeafstandspad van Nederland, brengt je gedurende 500 km van Pieterburen tot Sint-Pietersberg waarbij je dag na dag het landschap ziet veranderen. Het doet je verbazen hoe afwisselend de omgeving is, want geen enkele etappe lijkt op de vorige. Gedurende vier dagen wandelen we van Venlo tot Sint-Pietersberg waarbij we genieten van de vriendelijke bevolking, verrassende Pieterpadpauzeplekjes en worden we voor eventjes echte Pieterpadders.

Tekst & foto’s: Els Willems

Book

Wij besloten low budget te gaan en sliepen in de wagen. Aangezien elke etappe met het openbaar vervoer bereikbaar is, was het handig om ‘s avonds de auto terug te bereiken. Langs het Pieterpad zijn er voldoende hotels, B&B’s en campings te vinden. Helaas waren deze laatste reeds gesloten voor de wintermaanden. Hier kan je dus best rekening mee houden als je wilt kamperen.

Pack

Tip: Het gpx-bestand was nodig. Op sommige stukken staat het pad minder goed aangegeven waardoor je twijfelt. Gelukkig zijn er vaak behulpzame mensen die je graag de juiste weg wijzen.

Leave

Je kan overal beginnen en eindigen op het Pieterpad. Je kan het pad in twee richtingen wandelen. Op de website vind je de volledige route ingedeeld in zowel korte als lange etappes waardoor je je eigen traject kunt bepalen. Wij kozen ervoor om van Venlo tot Maastricht te wandelen in vier etappes en stelden deze zelf samen.

Dag 1

Venlo – Swalmen: 23,4 km • wandeltijd: 5u // Trein Swalmen – Venlo: € 5

Vanaf we Swalmen verlaten, zien we tot het eindpunt geen dorpjes meer: we wandelen de ganse etappe in het groen waarbij bossen zich afwisselen met open gebieden. Het is paddenstoelenseizoen en ook dat hebben we geweten: we zien de ganse dag niets anders. Echt prachtig! De etappe eindigen doen we door de idyllisch kabbelende Swalm te volgen.

Tip: We komen slechts één café tegen op de route. Deze staat mooi halverwege de tocht op de grens tussen Nederland en Duitsland. Het is een toffe stop.

Dag 3

Peij – Spaubeek: 28 km • wandeltijd: 5u30 // Trein Spaubeek – Echt, via Roermond: € 6,50

Vandaag wandelen we van natuurgebied tot natuurgebied waarbij we de ene vogel na de andere kunnen spotten. We doorkruisen veel open gebieden en hebben met momenten het gevoel dat we ons in de Voerstreek bevinden. Waar we de dag met vlakke stukken beginnen, wordt het pittiger naarmate we Spaubeek naderen. Zo gaan we onder andere de Kollenberg op. Gelukkig passeren we ook vandaag weer een aantal Pieterpadpauzeplekjes. De dag eindigen we in een mooi bos waar we genieten van een ander stukje natuur.

Tip: Na 17 km passeer je Sittard waar de cafeetjes op je wachten! ‘s Avonds kan je hier in Sittard ook naar de sauna komen. Een aanrader!

Dag 2

Swalmen – Peij: 31 km • wandeltijd: 6u // Trein Echt – Swalmen: € 5

De tweede etappe wordt een pittige etappe, want we wandelen dwars tegen storm Ciaran in. We hebben hierbij de ganse dag serieuze winds op kop.

Starten doen we in een mooi bos met brede lanen. De rest van de dag wandelen we afwisselend langs open velden, doorheen natuurgebieden en langs bosranden. We genieten van velden vol bloemen en worden halverwege verwend met gratis koffie/thee op een Pieterpadpauzeplekje. Aangezien we niet veel horeca tegenkomen, is deze pauze meer dan welkom!

Dag 4

Spaubeek – Sint-Petersberg: 28,5 km • wandeltijd: 6u // Trein Maastricht – Spaubeek: € 7,25

De laatste etappe start met wat minder weer. Gelukkig is er na 6,5 km een gezellig wandelcafé waar we Limburgse vlaai kunnen proeven. Tijdens deze etappe worden we verwend met veel bossen, wandelpaden die op en neer gaan, uitzichten op de mergelgrotten en veel natuurpracht. Na 23,5 km komen we aan in Maastricht en besluiten we wegens tijdgebrek de laatste 5 km niet meer te wandelen. Hiervoor komen we zeker nog eens terug!

Het Pieterpad leeft

Het Pieterpad leeft écht in Nederland en dat is aan alles te zien: we werden meermaals aangesproken door mensen met de vraag of we ‘Pieterpadders’ waren waarop ze spontaan zelf hun verhaal vertelden, de pauzeplekjes zijn telkens een aangename verrassing, de omgeving gaat nooit vervelen … Zelf wandelde ik ook reeds het eerste stuk tot Groningen en na deze ervaring erbij smaakt het zeker naar meer!

Dit artikel verscheen in De Karavaan april 2024

In de bergen ben ik de gelukkigste versie van mezelf

Zes dagen hiken op de GR20, één van de bekendste & zwaarste GR-routes van Europa? Da’s puur en intens geluk!

Tekst & foto’s: Elise Meulenijzer

Fysiek kapot, maar mentaal ontzettend voldaan, zo kwam ik als reisbegeleider terug van Corsica. De weken die volgden na mijn terugkomst ging mijn brede glimlach – zo eentje van oor tot oor – niet meer van mijn gezicht. Ik voelde wekenlang intens geluk. Zelfs als ik vandaag aan die reis terugdenk, voel en herbeleef ik dat intense geluk opnieuw. Vanwaar dat komt? Ik wist het eigenlijk al langer, maar zo’n stevige trekking in de natuur met mijn rugzak is puur geluk voor mij. Alles even vergeten, gewoon met jezelf en de natuur zijn, de fysieke en mentale uitdaging … En dankzij Joker ook een leuke bende waarmee je al je avonturen en het wandelplezier kan delen.

GR20: Grande Randonnée of Grote Routepad op het eiland Corsica

  • Eén van de bekendste & zwaarste GR-routes van Europa!
  • Totale lengte: ongeveer 180 km, met een hoogteverschil van 12 000 m
  • 2 etappes: noordelijke deel & zuidelijke deel

Plezier in de grote en kleine dingen

Tijdens zo’n trektocht haal ik mijn geluk uit grote, maar vooral ook uit kleine dingen. De rust die je bijvoorbeeld voelt na zo’n vermoeiende wandeldag is onbeschrijfelijk zalig en geeft een gigantische voldoening. Maar het zit ook in zaken die anders triviaal lijken: een frisse cola smaakt nergens zo goed als op een trektocht, samen koken op een primitief gasstelletje (en er samen mee sukkelen), elkaar mentaal voorbereiden op de volgende dag, onze voeten en sommigen hun blaren verzorgen, af en toe gezamenlijk klagen, maar vooral elkaar helpen, en lachen over de avonturen van de afgelopen dag.

Ik was zo in mijn element dat ik ’s avonds zelfs nog energie over had. Met veel enthousiasme gaf ik een briefing voor de volgende dag aan mijn uitgeputte groep, die niet helemaal begreep vanwaar ik de energie nog haalde. Maar ik wist het wel: die haal ik uit de natuur, de prachtige vergezichten, het verzinken in gedachten tijdens het wandelen, het delen van mijn kennis over trektochten, de zon op mijn gezicht, het samenzijn met anderen, de soms diepe gesprekken, maar evengoed het vele lachen en onnozel doen, en even volledig deconnecteren. Zo’n expeditie samen met anderen doen, dát maakt mij gelukkig, en geeft me tonnen energie. En daar teerde ik weken later nog op.

Een oneindigheid aan mooiste momenten

Het grootste geheim voor een gelukzalige trektocht is om het geluk in de kleine dingen te zoeken, die kleine dingen te koesteren en er ook voldoende bij stil te staan.

Zo waren er in de eerste 24 uur in Corsica al meteen een hoop geluksmomentjes om te koesteren. De eerste avond vanuit de refuge hadden we bijvoorbeeld een prachtig zicht op de bergen. Er was een weide vol gele bloemen en de lucht kleurde langzaam oranje-roze toen de zon onderging. De toon was gezet en onze goesting om te wandelen in die prachtige bergen werd aangewakkerd. Toen we ’s ochtends begonnen aan onze tocht, was het voor veel deelnemers even wennen met de grote, zware rugzak. Maar voor mij was het vooral een gevoel van thuiskomen. Eindelijk weer omarmd worden door mijn stevige rugzak. Ik noem hem dan ook mijn vakantielief, zijn (merk)naam is Gregory. En mijnen Gregory geeft mij de ondersteuning die ik nodig heb. Hij is mijn vertrouwde reiscompagnon waar ik steeds kan op terugvallen (soms letterlijk) en die me voortstuwt doorheen de hele tocht. Het is moeilijk te omschrijven, en waarschijnlijk ook heel raar om te lezen, maar je bouwt echt een diepe connectie op met je rugzak tijdens zo’n trektocht. Het voelt zelfs raar om nadien te wandelen zonder.

We werden op de eerste dag al meteen getrakteerd op prachtige uitzichten, die oneindigheid van bergen na bergen na bergen na bergen … En in het geval van Corsica ook de zee. We konden er uren naar staren, elke dag opnieuw. Zo schoon dat ik soms struikelde tijdens het wandelen, omdat ik te veel aan het rondkijken was. Ik raakte gewoon niet uitgekeken en er vormde zich spontaan een grote glimlach op mijn gezicht. Spoiler alert, die ging er niet meer af tijdens de rest van de reis.

Met al die schoonheid rond je, vergeet je al snel dat het eigenlijk ook een stevige fysieke uitdaging is. In tegendeel, die fysieke uitdaging draagt bij aan het genot. De kick en adrenaline die je ervan krijgt, is onbetaalbaar. Langzaamaan vind ik mijn eigen tempo. Stap voor stap geraak ik die grote berg op, verzonken in gedachten en met mijn eigen stem als motivational speaker die me aanmoedigt en supportert.

Met een hand, duwtje, aanwijzing of aanmoediging

Op het einde van de eerste dag konden we zonder rugzak een extra bergtop beklimmen, de Paglia Orba. Een beruchte berg. Enerzijds door zijn vorm, maar vooral ook door het pad ernaartoe. Nou ja, pad. Het start met een puinhelling en nadien is het meer klauteren over grote rotsen dan wandelen. En als je denkt dat je er bijna bent, volgt er nóg een stevige klim richting de top. Maar mijn groep was vastberaden, en ook ik wilde de Paglia Orba absoluut bedwingen.

Mijn deelnemers zeiden al lachend dat ze blij waren dat dit zonder grote rugzak was, en ook ik moest lachen, want de komende dagen zouden we dit soort beklimmingen mét rugzak doen.

Deze eerste stevige beklimming was niet enkel een overwinning voor de deelnemers zelf, maar ook een overwinning als groep, want we moesten elkaar helpen en ondersteunen om boven te geraken. Met een hand, een duwtje, aanwijzingen of een aanmoediging. Uitgeput maar voldaan haalden we de top. Een heerlijk gevoel van onoverwinnelijkheid en verbondenheid. Wat een prestatie!

Op dag twee stond de zon stevig aan de horizon. Het was meteen zweten. De riviertjes die soms natuurlijke badjes vormden door de rotsen werden dan ook gretig benut tijdens de pauzes. We genoten van onze lunch met kaas, worst en choco bij een riviertje. En terwijl sommigen even een dutje deden, gingen anderen Jungle book-gewijs over de rotsen huppelen en verkoeling opzoeken in het water.

Die avond was de vakantiestemming compleet: we waren vroeg aan de refuge, dus was er tijd om aan een kleine waterval te zwemmen en in de zon te genieten van karaffen rosé-wijn. We raken aan de praat met andere wandelaars, plakken de wandelschoenen van een Fransman met duct tape en laten ons verwennen met een driegangenmenu in de hut.

We kregen ook een digestief in de vorm van een plantenspuit gevuld met sterke drank, waarmee lustig in iedereens mond werd gespoten. Ik moet je waarschijnlijk niet uitleggen dat we allemaal zéér uitgelaten de hut uitwandelden die avond …

De dag erna was het echter genadeloos vroeg uit de veren (al om 5u!), want voor ons lag de langste en zwaarste wandeldag. Traag maar gestaag klommen we meer dan 1.800 hoogtemeters richting de Pointe des Éboulis. Opnieuw een fantastisch moment voor mij als reisbegeleider, want ik kon mijn deelnemers motiveren en begeleiden om met een glimlach de Pointe des Éboulis te bereiken. Voor sommigen leek dit een quasi onmogelijk doel, maar iedereen overwon zichzelf. Het groepsgevoel en de verbondenheid floreerden opnieuw en ook de persoonlijke overwinning deed iedereen zichtbaar deugd.

Voor de meeste wandelaars is deze dag al meer dan zwaar genoeg, maar mijn groep had een groter doel voor ogen, namelijk de Monte Cinto bedwingen. De hoogste berg van Corsica. En ook hier overtroffen mijn deelnemers alle verwachtingen, we bereikten met 10 de top!

De afdaling nadien was helaas een pak minder leuk. Meer dan 2.000 hoogtemeters dalen over sneeuw en ijs, puinvelden, grote rotsen met kettingen en amper platte stukken om even te bekomen. We gaan er niet over liegen, ‘t was afzien. Want na 12 tot 14 uur wandelen, was de pijp meer dan uit. Zweet en tranen vloeiden op het einde van de dag. Het was een persoonlijke overwinning voor iedereen, maar niet eentje die je haalt zonder tot het uiterste te gaan.

De vierde dag voelt een pak lichter, omdat we minder uren wandelen. Maar alles wordt snel relatief, want eigenlijk is er geen enkele dag echt ‘licht’ op de GR20. Ook op dag vier brandt de zon, is er amper schaduw en worden een paar mensen ziek. Het is nog steeds meer rotsklimmen dan wandelen en het aantal hoogtemeters dat je moet overwinnen, blijft aanzienlijk.

Ook dat is voor mij een moment om te koesteren: het besef dat je elke dag op je bestemming raakt, hoe zwaar het ook is en hoe onmogelijk het soms ook voelt. Je geraakt er altijd, je overwint jezelf elke dag. En je wordt er ook elke dag voor beloond met prachtige uitzichten. Na het wandelen lig ik ontspannend, als een zeemeermin op een rots, naast een azuurblauw meertje na te genieten van de intense, maar opnieuw zo schone wandeldag. Maar het beste moest nog komen, want die avond beleven we voor mij de meest memorabele nacht van deze reis.

Het was bloedheet in de tenten en we beslissen om buiten op het terras van de refuge te slapen. Maar de huttenwacht vindt dat geen goed idee en ‘beveelt’ ons om op het helikopterplatform te slapen. We konden onze oren niet geloven, maar we beslissen te luisteren. Op het helikopterplatform, te midden van de bergen, slapen we onder een prachtige sterrenhemel. Een nacht om nooit meer te vergeten.

Ook de laatste twee dagen is het elk uur een ander prachtig uitzicht, elke dag blij zijn met onze cola of ons biertje en elke avond moe maar voldaan al lachend en napratend de tent in kruipen. En wanneer de zee in vol ornaat opduikt tussen de bergen en het landschap opnieuw verandert, zetten we onze laatste stappen richting het einde van de GR20.

Intens geluk in de bergen

Mijn belangrijkste besluit na deze reis? Heel simpel. Als je intens geluk bij mensen wil zien, beklim dan samen een berg en zie ze het einddoel vol trots bereiken. Die persoonlijke, fysieke én mentale overwinning zien bij deelnemers, is keer op keer het hoogtepunt van de reis.

En als ik heel eerlijk ben, ben ook ik het gelukkigst in de bergen. Tussen de mooie uitzichten en tijdens de fysieke inspanning zie je mijn grootste, meest oprechte glimlach. En bij thuiskomst krijg ik steevast tranen in mijn ogen van intens geluk.

Mocht je ze ooit ook nodig hebben, hier zijn enkele van mijn eigen motivationele quotes voor tijdens een trektocht:

Dit artikel verscheen in De Karavaan januari 2024.