Tijdens een trekking is dat
een heel ander verhaal, daar is water niet altijd voorhanden. Om te drinken kan
je dan kiezen voor plastic flessen, maar heb je er al eens bij stilgestaan hoe
belastend dit is voor het milieu? En wat met de dagelijkse hygiëne? Je
dagelijkse douche is niet haalbaar in de bergen. Onze reisbegeleiders vertellen
hoe zij omgaan met water tijdens een trekking en met welke dilemma’s zij soms
zitten. Want het verhaal is zeker niet zwart-wit…
Drinkbus vs flessenwater
Het liefst vul ik mijn veldfles gewoon bij, vertelt Tom De
Bondt. De vraag is echter met wat soort water vul je ze bij? Welk proces heeft
het water afgelegd om zuiver te worden? Lokaal gekookt water heeft niet altijd
een kleinere ecologische voetafdruk dan flessenwater. Zo wordt in de Himalaya
hout gekapt om water te kopen. Ogen openhouden is dus de boodschap.
Karl Van Stayen: Ik drink altijd uit een drinkbus, zelfs
thuis. Op trekking je drinkbus vullen schept onmiddellijk een band met de
omgeving. Als je de natuur op zo’n intense manier beleeft, hoeft het belang van
milieubescherming je echt niet te worden uitgelegd in dure woorden. Bovendien
is het véél leuker om op een boerenerf in de Himalaya je drinkbus te vullen,
dan in een supermarkt in de stad een fles te kopen. De mensen waarderen het
echt dat jij als ‘rijke buitenlander’ hun water op prijs stelt. Het toont veel
respect.
In Scandinavië kan je gewoon van de rivier drinken. Voor
sommigen is dat een hele mentale switch en ze zouden liefst nog even bijvullen
aan een kraantje bij een huis (die hun drinkwater ook rechtstreeks uit een
nabijgelegen meer of rivier halen... In Ladakh is dat een heel ander verhaal.
Gelukkig zijn er in Leh verschillende organisaties bezig met ecologisch
bewustzijn, aldus Tom Van den Borne.
Als het mogelijk is, vul ik ook altijd mijn drinkbus, steekt
Sofie Verreydt van wal. Persoonlijk gebruik ik wel nooit chloortabletten om te
zuiveren. Of je kan drinken van het water of niet. In berggebieden zoals de
Pyreneeën of in Corsica en IJsland, dronken we met de groep altijd van het
oppervlaktewater.
Eerste stap = bewust maken
Tom DB: Ik probeer mijn deelnemers ervan bewust te maken dat
water een schaars goed is. Zeker op trekking. Ik geeft tijdens de
vertrekvergadering informatie over het anders omgaan met water. Je hebt er
minder mogelijkheden tot wassen. Ook het gebruiken van biologische zeep komt
aan bod.
Karl: Deelnemers hebben nood aan concrete aanwijzingen en
tips. Dus overlopen we samen de situatie ter plaatse: hoe regelmatig we water
gaan tegenkomen, en of dat drinkbaar is. Ook hoe groot onze inspanning zal zijn
en hoeveel water we kunnen verwachten overdag te moeten drinken: gaan we
zweten, op grote hoogte wandelen? Dan schets ik een paar mogelijkheden en
luister ik naar hun vragen en bedenkingen.
Tom VDB: Op de vertrekvergadering sta ik stil bij het feit
dat we een ecologisch kwetsbaar gebied bezoeken. Tijdens de reis leg ik uit
waar de deelnemers zich bijvoorbeeld mogen wassen, want ook biologische zeep
mag je niet zomaar rechtstreeks in een rivier gebruiken.
Trekken = reizen in kwetsbare gebieden
Karl: De fysieke inspanning van een trekking confronteert je
met je zwakheden en beperkingen als kleine mens; de schoonheid van de omgeving
beleef je met al je zintuigen. Dat maakt het soms een mystieke, bijna
religieuze beleving, de ideale gelegenheid om je één te voelen met de
Schepping. Als je het zo ervaart, gaat het niet meer om de ‘regeltjes’, zoals
op de paadjes blijven, of je afval meenemen: dat is allemaal vanzelfsprekend.
Niet dat de gedragsrichtlijnen voor een natuurgebied me niet meer zouden
interesseren. Integendeel, als buitenstaander heb je altijd veel te leren. Ik
kijk ook wat lokale mensen doen en laten, zij kennen het gebied.
Het zo ervaren maakt mij vooral bezorgd over de cumulatieve
gevolgen op lange termijn voor het gebied als geheel. Niet zozeer het vertrappen
van een bloem, maar de toekomst van de alpenweide. Een concreet voorbeeld? Ga
je met stokken de bergen in of niet? Stokken prikken náást het pad en zorgen
langs de randen voor meer erosie. Je bent niet alleen en alle wandelaars nemen
hetzelfde pad. Wat betekent dat op termijn voor de plantengemeenschap, de
stabiliteit van de bodem en de helling?
Tom VDB: Elk gebied heeft zijn specifieke reden waarom het
kwetsbaar is en je past je er zo goed mogelijk aan aan. Het uitgangspunt blijft
dat je probeert geen sporen achter te laten. Uitwerpselen ingraven is meestal
aangewezen, toiletpapier kan je eenvoudig meenemen in een klein vuilzakje of
verbranden als dat geen brandgevaar meebrengt.
Sofie: Al je afval bind je in een apart zakje aan je rugzak.
Dat is dus ook toiletpapier (niets viezer dan locaties vol wc-papier) en de
etensresten neem je natuurlijk ook mee. De rol van de begeleider is hierin best
groot. Het idee dat wc-papier of etensresten bijvoorbeeld snel vergaan, klopt
niet helemaal. Wanneer je als begeleider het goeie voorbeeld geeft, volgt de
rest van de groep gemakkelijk.
Eigen ervaring
Karl: Thuis drink je wanneer en hoeveel je zin hebt. Op
trekking drink je wanneer en hoeveel je lichaam nodig heeft. Drink regelmatig
kleine beetjes in plaats van veel tegelijk. En drink voordat je echt dorst
krijgt, want dan is het eigenlijk al te laat. Uitdroging maakt je sneller
vermoeid en kwetsbaar voor hoogteziekte. Je moet er dus bewust mee bezig zijn
en in meer uitdagende situaties moet je het misschien zelfs plannen: zet
bijvoorbeeld lijnen op je drinkbus en een alarm op je GSM, zodat je op tijd en
voldoende drinkt.
Sofie: Denk goed na over je waterverbruik. Hoeveel dagen ga
je op pad? Moet je veel klimmen? Is het warm weer? Maar denk ook aan het koken.
Water dat je kookt hoeft geen flessenwater te zijn (wel echt laten doorkoken
dan!) In Guatemala deed ik in 2008 een trekking en iemand van de groep stond
erop om al zijn water voor de komende 4 dagen mee te nemen. Enkel zijn
drinkwater besloeg al 8 kg. Die persoon is na 1,5 dag ingestort omdat hij
de trekking niet aankom wegens een te zware rugzak.
Wat als er geen drinkbaar water voorhanden is?
Tom DB: Dat gebeurde bij mij in IJsland. Ik ben toen sneeuw
gaan scheppen, heb het daarna laten smelten en het vervolgens aan de kook
gebracht. Heb er wel enorm veel brandstof mee verbruikt!
Karl: Eigenlijk mag je je daar niet door laten verrassen.
Bereid je tocht goed voor, lees over de route en het gebied en neem het nodige
materiaal mee. Maar het is waar: je komt het toch ooit tegen. In het
evenaarswoud van Congo zat ik door mijn voorraad zuiveringstabletten. Mijn
Congolese kompanen waren het water gewoon en dronken recht uit de rivieren,
maar dat was voor mij echt geen optie. Gelukkig had ik wel veel tijd en kon het
woud wel een paar takken missen voor een vuur. Twintig minuten rollend koken
maakt zelfs de taaiste cysten onschadelijk, terwijl het toch de smaak en kleur
van moeraswater uitstekend bewaart! (Echt niet lekker.)
Sofie: Toen ik, tijdens mijn studies, in het regenwoud van
Peru een landbouwproject deed, was er geen drinkbaar water voorhanden. We
moesten noodgedwongen het water uit de Putumayo-rivier (zijrivier van de
Amazone) drinken. Dit kookten we eerst en we deden er een zakje citroensmaak
in. Het drankje was enorm slecht van smaak, maar we kregen wel vocht binnen en
dit vrij van bacteriën. Op zo’n moment primeert smaak uiteraard niet...
Trekking = grenzen verleggen!
Karl: Wees niet te ambitieus, maak het vooral leuk en gun
jezelf kleine extraatjes. Een trekking haalt je soms (ver) weg uit je
comfortzone: slecht slapen, zware rugzak, vermoeide voeten, koud, nat,
enzovoort. En als het toch eens tegenzit, kan verwennerij wonderen doen! In
Noors Lapland, vlakbij Käsivarsi en de Finse grens hadden we een vreselijke
dag: uren stijgen, met ijzige wind en sneeuwregen recht in ons gezicht.
Iedereen had degelijk materiaal bij en toch waren we allemaal zeiknat en
verkleumd. De moraal zwaar onder nul. Maar als je dan in de hut de stoof
aansteekt en zoiets simpels uit je rugzak tovert als pannenkoekendeeg en
bloemsuiker ben je vertrokken voor een topavond!
Gouden tip van onze begeleiders: bereid je goed voor voordat je op avontuur vertrekt.
Tom DB: Stromend water is altijd beter dan stilstaand water.
Hou rekening met het feit dat je veel water nodig hebt: zo kan je op een warme
dag makkelijk 3 liter water drinken. Te veel vochtverlies heeft onmiddellijk
impact op je fysieke paraatheid.
Karl: Met water ben ik eerder zuinig. ‘s Morgens en ‘s
avonds drink ik bewust (veel) meer, zodat ik overdag, wanneer ik m’n water moet
dragen, relatief minder nodig heb. (Let op: relatief minder. Tijdens een
trekking je eigen limieten opzoeken is op z’n zachtst gezegd geen goed idee!)
Tom VDB: Ga niet uit van evidenties, drinkbaar water is voor
ons (te) evident maar is het op de meeste plekken op aarde niet, zeker ook niet
tijdens trekkings. En om één of andere reden komt drinkbaar water ook niet
altijd prominent aan bod in reisgidsen.
Sofie: Neem een kitchen sink mee. Dat is een hoos om water te scheppen. Ideaal om je te wassen zonder veel water te gebruiken.
dit artikel verscheen in De Karavaan van april 2014 - thema: water wereld