Op je eentje 40.000 kilometer dwars door Afrika fietsen. Dat deed een Poolse journalist bijna 100 jaar geleden en zorgt ook nu nog voor interessant en zelfs actueel leesvoer.

Mijn beladen fiets lijkt met haar twee bulten op een kameel en kraakt onder het gewicht van mijn hele hebben en houden voor de komende maanden. (...) Twee camera’s, een dubbelloops geweer, honderd kogels, een automatisch pistool, deken, muskietennet, tent, haringen, bijl, reservebanden en spaken, lijm en rustines, een priem, koord, 250 gram kinine, wat aspirine en castorolie, twee kledingstukken. Plus mijn voedselvoorraad: een kilogram suiker, 250 gram thee, wat olijfolie en een zak maïsmeel. De bagage weegt in totaal meer dan 60 kg en ik zweer dat dit slechts het absoluut noodzakelijke was om de reis te overleven. (p. 233)

Tekst: Yvonne Gielen / Foto's: Kazimierz Nowak

Aan het woord in deze quote is geen ervaren Karavaan-reisbegeleider die vol trots vertelt over zijn laatste expeditie tijdens een reisvoorstelling. Neen, ik citeer hier een fragment uit het boek van journalist Tom Ysewijn, Alleen door Afrika, met het haast ongelooflijke verhaal van de Poolse journalist Kazimierz Nowak die in november 1931 op zijn inmiddels zeven jaar oude fiets stapt om een jeugddroom waar te maken: een fietstrip dwars door Afrika, vanuit Tripoli over Kaapstad en terug naar Algiers. Hij nam er de tijd voor: zijn reis duurde meer dan vijf jaar. Eind april 1934 bereikt hij het zuidelijkste punt van het continent. Het boek is gebaseerd op honderden artikels die Kazimierz verstuurde naar zijn vrouw in Polen, met de bedoeling om ze te publiceren in Poolse kranten. Op deze manier kon hij zijn gezin van een inkomen voorzien.

Even terug naar het fragment met enkele opmerkelijke gegevens over dit avontuur.

Slaagt hij erin de volledige reis met een enkele fiets uit te rijden? Jammer genoeg niet, in Namibië ruilt hij zijn stuk gereden fiets in voor een paard. In zekere zin geloofde hij in de toekomst van een 2 PK: hij schaft zich namelijk twee paarden aan. Deze dieren moet hij van uitputting noodgedwongen achterlaten. Er volgen kilometers te voet totdat hij het waagt met een zelf in elkaar geknutselde boot over de rivieren de Kasaï en de Kongo te varen. Het laatste stuk kan hij weer fietsend afleggen, hoewel deze fiets geregeld aan de bult van een dromedaris bungelt. Als lezer reis je echt met hem mee, voel je je als het ware opgenomen in de karavaan waarmee hij door de woestijn trekt.

Het belang van de twee camera’s is duidelijk: hij kon op deze manier de Poolse lezer overtuigen zijn onwaarschijnlijk verhaal te blijven volgen. Dat hij ook zelf op de foto stond, verhoogde uiteraard de geloofwaardigheid. Hij moet de lokale bevolking geleerd hebben zijn camera te gebruiken. Een groot deel van zijn meer dan 10.000 foto’s zijn trouwens nog te bekijken op de website onderaan dit artikel, een aantal ervan werden opgenomen in het boek.

Wapens mee op reis? Het was geen overbodige luxe in de jungle of in streken waar er burgeroorlog heerste, maar nu en dan moet hij ook in de buurt van rustige dorpen enkele kogels in de lucht vuren om zichzelf te beschermen: op sommige plekken heerst er wel degelijk angst voor deze onbekende, ietwat vreemde mens. Ondanks alle onverwachte gevaren en risico’s blijft hij geloven in zijn plan en geeft ons op zijn manier een cursus in doorzettingsvermogen.

Een tent is een te mooi gekozen woord voor een door zijn vrouw gefabriceerd zeil dat hem wat bescherming biedt. De strijd die hij moet leveren tegen de hitte overdag en de koude ‘s nachts, tegen tropische stormen, insecten, dieren … is meedogenloos. Bewust kiest hij voor de eenvoud en de eenzaamheid onder de sterrenhemel. Nu en dan rust hij uit in een missiepost en uit noodzaak moet hij zich geregeld iets meer luxe permitteren om te bekomen van vermoeidheid, malaria of andere ziektes. Hij raakt duidelijk meer en meer uitgeput. Beperkte medicatie en onaangepaste voeding beginnen naar het einde van de reis een zware tol te eisen. Binnen het jaar na thuiskomst overlijdt hij aan een longontsteking.

"Kazimierz reist langs de nog niet platgereden paden en zoekt het authentieke, het ongeplande … Zonder meer een pionier van avontuurlijk reizen. Herkenbaar?"

Het boek is een waardevol tijdsdocument. Kazimierz Nowak geeft ons een inkijk in alles wat er in Afrika in de jaren ’30 leefde: hij spaart zijn kritiek op het kolonialisme niet, waarschuwt voor uitbuiting, vertelt over de corruptie onder lokale heersers, gaat mee op jacht, bezoekt melaatsen, praat met Boeren … Tom Ysewijn zorgde niet alleen voor een vlotte, eigentijdse hertaling van de artikels van de reiziger, maar geeft in 28 pagina’s ‘Niet te versmaden voetnoten’ de nodige uitleg die van dit tijdsdocument een verrassend kritisch en boeiend verhaal maakt.

Blijft het boek voor de huidige reiziger herkenbaar? Zeker en vast, zelfs actueel! Kazimierz wijst op de impact van de kolonisatie op het milieu; een activist avant la lettre? Hij verliest meer dan eens zijn geduld bij het afhandelen van administratie: de ambtenaren bij de vele grensposten werden zelden zijn beste vrienden. Vermoeid ergert hij zich nu en dan aan het opdringerige optreden van lokale verkopers die hem hun diensten & producten aanprijzen. Ook dit moeten wij geregeld doorstaan. Hij zoekt bewust contact met de lokale bevolking, wil hun rituelen en hun visie op het leven leren kennen. Hij reist langs de nog niet platgereden paden en distantieert zich als ‘reiziger’ van de ‘westerse toeristen’. Herkenbaar? Hij zoekt het avontuur, het authentieke, het niet vooraf geplande … Hij is zonder meer een pionier van avontuurlijk reizen. Verbluffend wat hij aandurfde. Hij gaf me soms de indruk dat hij zijn eigen verhaal amper kon geloven, kon vatten. Ook in zijn schrijfstijl komt dit tot uiting: hij wordt gewoonweg lyrisch wanneer hij alleen ergens onder een boom bij volle maan zijn ervaringen neerpent.

Ik hoorde Tom Ysewijn aan het woord tijdens een voorstelling van het boek. Een begrip uit zijn verhaal trof me: de auteur had het over de ‘dromomanie’ van de Poolse avonturier, een ‘manische zwerfzucht’, het verlangen om vrij te zijn. Lijden we hier met z’n allen niet een beetje aan?

Een pluim voor Tom Ysewijn die me bij het lezen van het boek op reis nam in de jaren ’30. Al is het een extreem relaas, het blijft inspireren voor al wie richting Afrika reist. Staat je fiets of reistas al klaar voor een trip naar dit continent, aarzel niet snel een kijkje te nemen op de uitgebreide website www.kazimierznowak.be of bestel zo snel mogelijk het boek. Veel reis- en/of leesgenot!

Dit artikel verscheen in De Karavaan juli 2023.