1 augustus was het eindelijk zover: ik ging met 11 medereizigers op expeditie naar IJsland. 20 dagen lang verkennen we ‘het land van vuur en ijs’, voornamelijk te voet en met slechts één rugzak. Maar wat steek je nu in die ene rugzak, wetende dat we onze tent, kampeermateriaal en al onze benodigdheden moeten dragen, terwijl er meer dan 100 kilometer aan wandelingen op het programma staan?
Tekst & foto's: Lien Castelein
Na wat onderzoek ontdek ik dat het raadzaam is om niet meer dan 20% van mijn lichaamsgewicht mee te nemen. Een snelle wiskundige berekening vertelt me dat dit in mijn geval een illusie is. Misschien moet ik snel wat extra eten om meer te mogen meenemen ... Zo werkt het niet zeker? Ik begin dus maar met inpakken met het idee dat sommige schouders meer kunnen dragen dan andere.
Fase 1
De eerste fase in mijn inpakproces begint weken van tevoren, wanneer ik een plooibox in de gang zet. Daar deponeer ik alle spulletjes in die ik mogelijks nodig zou kunnen hebben en die ik, al dan niet toevallig, tegenkom in mijn huishouden. Tijdens het proces struikel ik zowaar meerdere keren over die plooibox, maar er is niets zo leuk als herinnerd worden aan mijn toekomstige reis, niet?
Fase 2
Fase twee begint enkele weken voor afreis, wanneer ik mijn hele huis doorzoek naar benodigdheden. Ik denk hierbij aan mijn tent, matje, wandelstokken … en waar heb ik die afritsbroek nu weer gelaten? Ondertussen heb ik er ook al een tweede of derde plooibox bijgenomen.
Fase 3
Een week voor vertrek begint het echte werk. Ik leg al het materiaal uit de plooiboxen op de vloer van mijn woonkamer en begin met wegen en wegleggen. Met mijn keukenweegschaal in de hand weeg ik alle opties af - pun intended! Ik neem twee outfits mee. Eentje aan en eentje af. In geval van een koude douche onderweg, is er altijd een paar in reserve mee. Twee fleece truien, twee wandelbroeken (afritsbaar), twee T-shirts, een setje thermisch ondergoed dat tevens ook dienstdoet als pyjama. Jani zou het moeten weten … Het enige waarop ik een uitzondering maak, is drie paar sokken.
Veel van mijn trekkerskledij bestaat uit merinowol. Dit is ideaal bij zowel koude als warme temperaturen en het gaat niet zo snel stinken. Goed nieuws!
"Met mijn keukenweegschaal in de hand weeg ik alle opties af - pun intended! Ik neem twee outfits mee. Eentje aan en eentje af."
Wat dan nog? Een muts, handschoenen, regenbroek, wandelstokken, matje, slaapzak, eetgerief, kampeervuurtje, tent, toiletgerief, ondergoed, opladers, EHBO-kit, spelletje, watersandalen, reserveveter en 6 dagen aan proviand. En dat moet allemaal in die ene rugzak. Het vraagt wat creativiteit en slimme keuzes. Zo knip ik alle labels uit mijn materiaal, weeg mijn onderbroeken af (want je zou het niet geloven, maar er bestaan lichte en zware onderbroeken) en wie heeft nu eigenlijk het volledige handvat van zijn tandenborstel nodig? Het zware gewicht zal niet in die etiketjes zitten, maar je kan al behoorlijk wat besparen door een mini-shampoobar (7 gram), verpakkingsvrije mini-deodorant (6 gram) en tandpastatabletjes (12 gram) mee te nemen. Verder kan je ook op een handdoek heel wat gewicht besparen. Ik zweer bij een microvezelversie van 30cm op 60cm. Groter hoeft die handdoek echt niet te zijn. Maar toegegeven, handig is iets anders.
Tot slot kan je alle reserveveters van de groep samenbinden tot één waslijn, want na 6 dagen op de trail kom je op een camping met een wasmachine. Nog een tip: neem wasstrips mee in plaats van vloeibaar wasmiddel.
En wat als ik dan iets mis? Eigenlijk is me dat nog nooit overkomen. En als ik toch iets niet bij heb, zijn er altijd winkels en 11 behulpzame medereizigers, die me wel even uit de nood helpen.
Porties enthousiasme kan je nooit genoeg meenemen, trouwens!
Dit artikel verscheen in De Karavaan oktober 2023.